Het taalgebruik van mensen die veel met het water van de sprengen, sprengenbeken en de watermolens te maken hebben is doorspekt met allerlei woorden waar menigeen zijn wenkbrauwen van zou fronsen. 

De "hel", "debiet", "kwel" en "rodolm" om er maar een paar te noemen. Ook is de spellingwijze niet altijd volgens de laatste dikke van Dale zoals bijv. eikehakhout i.p.v. eikenhakhout.
Het zij zo  ;-)

Hieronder treft u een aantal van die woorden met hun betekenis aan.

WoordVerklaring

Schematische voorstelling van een aquifer en een bron.

aquifer

 

Een watervoerende laag in de ondergrond (bijvoorbeeld zand). Vanuit een aquifer kan water gewonnen worden via een bron.

Azobé boom in tropisch West Afrika.

 

azobe

 

Hardhoutsoort die als dunne planken gebruikt wordt om matten te vlechten voor beschoeiing. Zeer geschikt en duurzaam hout voor waterwerken. Tegenwoordig wordt ook wel het hout van de douglas spar gebruikt.

De Schoolbeek in Ugchelen is een der laatste bedrijfsbeken in de regio waarvan het water nog voor een wasserij gebruikt werd.

bedrijfsbeek

Beken met economisch belang en in eigendom van de gebruikers.

Beekprik uit de Ugchelsebeek ter hoogte van de Hattemse zijweg.

beekprik

Zeer zeldzaam en beschermd kaakloos waterdier. Prikken zijn een soort levend fossiel en waren er 400 miljoen jaar geleden al en is de enige overlevende van alle kaakloze wezens op aarde. De beekprik is de enige tandenloze van de prikken (vegetarier). Hij gedijt alleen maar in zeer helder ijzerrijk en schoon water op de oostelijke Veluwe en in het bijzonder in Apeldoorn. Hij is door zijn aanwezigheid een bewijs voor de kwaliteit van sprengen en sprengenbeken. In die habitat heeft hij geen vijanden behalve de ijsvogel en de mens. Hij heeft zowel modderige (larven) als steenachtige (paaien) beekbodems nodig om te kunnen overleven en wordt ca. 6 jaar oud. Na het paaien sterft het diertje.

Beekruimers bij de Koppelsprengen te Ugchelen.

beekruimer

Een persoon die de sprengenbeken en de kanten schoonhoudt. Tegenwoordig moet hij bij het schoonhouden ook rekening houden met het paaigebied van de beekprik en het gebied waar hij jaren nodig heeft om tot wasdom te komen.

Beekwal bij de Winkewijert.

beekwal

Oever van de sprengenbeek. Aangezien de sprengenbeken opgeleid zijn liggen er dijkjes naast de sprengenbeken.

Bekribde beschoeiing bij de sprengenbeek in de Sprengvallei in Berg en Bos.

bekribben

Beschoeiing van de sprengkop en de sprengenbeek. Vroeger uitgevoerd met eiken paaltjes (wepen), waartussen eìkenhakhout, soms ook wilgentenen werd gevlochten. De takken werden achter de palen gelegd in plaats van eromheen gevlochten.

Rechtsonder in het aquarium een aantal bermpjes die gevangen zijn in de Grift ter hoogte van de waterzuivering bij de Stadhoudersmolenweg.

bermpje

Kleine (tot 20 cm) inheemse bodemvis met zes tasters in de onderbek. De vis is niet erg gevoelig voor vervuiling.

Nieuwe beschoeiing van de Driehuizerbeek. Deze is uitgevoerd met planken van waarschijnlijk douglas sparren.

beschoeiing

Houten bescherming van de oevers van spreng en sprengenbeek. Deze kan bestaan uit eikehakhout of palen.

De BIG4: Boven v.l.n.r. de beekprik en de rivierdonderpad.
Onder v.l.n.r bermpje en de elrits.

big4

Uitdrukking van natuurliefhebbers om aan te geven dat de beekprik, rivierdonderpad, bermpje en elrits gewenst zijn in de sprengenbeken.

Billen : Molensteen bij de Ruitersmolen te Beekbergen met duidelijk zichtbare groeven.

billen

Het aanbrengen of scherpen van de groeven in de molenstenen.

Blusbeek : Waterpomp door van Kinsbergen aan Apeldoorn geschonken. De pomp stond naast juwelier van der Meij op de Dorpsstraat en had waarschijnlijk een aansluiting op de de Dorpsbeek. Er zijn in de 60-er jaren nog oude leidingen in de kelder van de juwelier gevonden en gauw dichtgemaakt om vertragingen in de bouw te voorkomen.

blusbeek

Beek die aangelegd is om de aanvoer van bluswater mogelijk te maken (bijv. de Dorpsbeek in Apeldoorn).

Akker met boekweit en de gepelde zaden.

boekweit

Boekweit, of ook wel grut, is geen graan maar de zaden, die eruit zien als kleine beukenootjes werden in korenmolens vermalen tot meel.

De Badhuisspreng heette oorspronkelijk de Molenbeek. De toenmalige molen ter hoogte van de Billitonlaan werd er door gevoed en de beek stroomopwaarts heette in de plannen de Bovenbeek.

bovenbeek

Zie ook onderbeek. De naam bovenbeek werd vaak gebruikt voor de opgeleide nieuwe beek waar een molen aanwezig was.

Mooi gerestaureerd bovenslagrad van de Bouwhofmolen in Ugchelen.

bovenslagrad

Molenrad waarbij het water via een molengoot aan de bovenkant van het rad stroomde. Veelal gebruikt bij sprengenbeken met relatief weinig debiet.

Bolspil in de Wenumse watermolen. De foto is gemaakt in de kaar, dat is de bak waar het koren in wordt gevoerd. De spil zit vast aan de rijn en is bevestigd aan de loper, dat is de draaiende molensteen. Onder de loper ligt de legger, dat is de onderste molensteen en die zit vast.

bolspil

Ook wel molenspil genoemd.

De Seelbeek bij Renkum is een natuurlijke bronbeek en ontspringt ten noordoosten van Heveadorp in een Elzenbroekbos, het 'Elzenpasje'. Foto Waterschap Vallei en Veluwe.

bronbeek

Beken met een natuurlijke oorsprong. Het grondwater bij de oorsprong staat bij deze beken boven het maaiveld. De kwelzones zijn min of meer drassige laagten, vaak met elzenbroekbos‚ waarin handpalmbrede stroompjes ontstaan en samenvloeien tot grotere beken. Later vaak vergraven. Bron IJzerman.

Creosootolie is eigenlijk Carbolineum. Het is een dunne stroperige, roodbruine vloeistof verkregen uit steenkooldestillatie en werd tot 2001 gebruikt als houtverduurzamingsmiddel. Inmiddels is het middel verboden.

creosootolie

Impregneermiddel voor beschoeiingshout.

Drijfzandzone : Overgangsgebied tussen de spreng van de Rode Beek te Orden met veel drijfzand en kwel.

dalbodem

Overgangsgebied van de kant van de spreng en het water. Dit kan uit een drijfzandzone bestaan maar soms is er geen dalbodem aanwezig en stroomt het water direct langs de kant.

Debiet : De hoeveelheid water meten in een sprengenbeek is wel iets complexer dan deze methode.

debiet

Afgevoerde hoeveelheid water per tijdseenheid bijv. m3/h. Bij een sprengenbeek kan men bijv. een bak onder een molengoot plaatsen en de tijd meten dat de bak vol is. Ook kan men een sinaasappelschil of verzwaard pingpongballetje in de beek laten drijven en de tijd opnemen over een bepaalde afstand. Dan de oppervlakte van het beekprofiel opmeten en zo het debiet berekenen.

Ten behoeve van de industrie is er een dieptebron met vacuumpompen aanwezig bij de Steenbeek.

dieptebron

Gebruikt bij wateronttrekking op dieptes van meer dan 5 m met elektrische pompen onder in een boorgat. Bij dieptes tot 5 meter kan worden volstaan met vacuumpompen.

Doorhalen van de koppelsprengen door vrijwilligers van Ugchelen onder toezicht van het waterschap.

doorhaalbeurt

Het regelmatig uitdiepen en schonen van beekgedeelten waar geen kwel meer optreedt en zand en modder zich hebben opgehoopt.

De Badhuisspreng is drooggevallen door wateronttrekking van het drinkwaterbedrijf aan de Amersfoortseweg.

badhuisspreng

Uitdrukking voor beken die geen water meer voeren door bijv. slecht onderhoud, kleischotdoorboringen en/of een teveel aan wateronttrekkingen in de buurt van de sprengenkop. Sprengen hebben voortdurend onderhoud nodig om dit te voorkomen.

Bij de sprengkop van de Rode Beek in Orden was de drijfzandzone een groot probleem. De kwel was erg groot en duwde de beschoeiing in de kop.

drijfzandzone

Zone net naast de sprengkop waar kwel drijfzand in de kop doet ontstaan. Dit dient voorkomen te worden door beschoeiing.

Duiker van de Ugchelse beek onder de A1.

duiker

Buis of tunnel onder een weg of andere lokatie waar de sprengenbeek ondergronds (overkluisd) verder stroomt.

De stinkmolen aan de Grift in 1936. Deze was vroeger ook een run- of eekmolen.

eekmolen

Zie runmolen.

Eekschillershutten op de Veluwe. Litho door P.J. Mulder 1886.

eekschillers

In het voorjaar wanneer de sappen in de stammetjes van het eikenhakhout begonnen te werken, trokken de eekschillers erop uit om het hout te hakken en het door kloppen van de bast te ontdoen. Deze arbeiders, zowel mannen als vrouwen, verbleven met hun kinderen gedurende die tijd in het bos en woonden in de zogeheten eekschillershutten.
Dit waren kuilen van een halve meter diep, lang 2.50 m en ca. 1.25 m breed. Het dak bestond uit een geraamte van schuin tegen elkaar geplaatste stammetjes. Plaggen en hei vormden de dakbedekking. Aan een der zijkanten van de hut werd een zitbank uitgegraven; aan de ene zijde van het lange gedeelte bevond zich de stookplaats, terwijl daartegenover de slaapgelegenheid lag. Een eikenhouten kist voor het opbergen van de kleren en andere zaken maakte met een olielamp het enige meubilair uit. Een slijpsteen en een waterton buiten de hutten vormden de verdere onmisbare hulpmiddelen tijdens het verblijf in het bos.

In het voorjaar wanneer de sappen in de stammetjes van het eikenhakhout begonnen te werken, trokken de eekschillers erop uit om het hout te hakken en het door kloppen van de bast te ontdoen. Deze arbeiders, zowel mannen als vrouwen, verbleven met hun kinderen gedurende die tijd in het bos en woonden in de zogeheten eekschillershutten.

eikehakhout

Geoogst hout van jonge eiken waarna er meerdere nieuwe uitlopers groeiden. Elke 10 tot 12 jaar werden deze opnieuw gehakt.

Elrits (Phoxinus phoxinus) komt uit de familie van de karperachtigen (Cypriniden) en is een langgerekt visje met een stompe eindstandige bek. De schubben zijn zeer klein en bijna niet zichtbaar. De rug is vaak donkerolijfgroen van kleur met onregelmatige vlekken op de flanken. De mannetjes krijgen tijdens de paaitijd een rode onderkant, een groene waas op de rug en pikzwarte vlekken op de flank. Elrits wordt tot circa 13 cm lang. Bij de inheemse elrits begint de rugvin duidelijk achter de buikvinnen. Bron Ravon.

elrits

Klein (ca. 10 cm) beschermd en mooi kleurrijk visje dat stromend en schoon water nodig heeft. De vis past zijn kleur aan aan de omgeving.

Krantenartikel over de bestrijding van de agressieve exoot de waternavel in de Papagaaibeek door enkele leden van de KNNV.

exoten

Planten of dieren die niet in een bepaalde omgeving thuishoren maar die door de mens of door vereenvoudigde toegangsmogelijkheden een plek in de nieuwe omgeving zoeken. Vaak verdrijven ze zeldzame inheemse soorten en ze zijn daarom ongewenst. Ook wel invasieve plaagsoorten genoemd.

Freatisch vlak : Overzichtsplaatje met de verschillende mogelijkheden waar water zich in de bodem kan bevinden.

freatisch vlak

Ander woord voor grondwaterspiegel.

Molenrad wordt hier gelamd door het dichtslibben van de onderbeek. Lokatie is Bruchműhlen in Grafschaft Hoya Duitsland.

 gelamd

Zie ook Onderslag.

De oudst genoemde meelmolen in het ambt Apeldoorn is de Gasthuismolen aan de Molenvaart te Beekbergen. Deze molen van het graafschap Gelre in 1294/95, was toen een dwangmolen van de Gelderse graaf Reinald en de ingezetenen van Beekbergen waren verplicht daar hun graan te laten malen.

gasthuismolen

Oude uitdrukking voor het exclusieve recht tot molendwang. D.w..z. dat de mensen in de buurt verplicht waren hun koren bij de betreffende molen te laten malen.

Gherwen : Molensteen bij de Ruitersmolen te Beekbergen met duidelijk zichtbare groeven.

gherwen

Gherwen is het billen of scherpen van de maalstenen.

Akker met boekweit (ook wel grut genoemd) en de gepelde zaden.

boekweit

Ander woord voor boekweit.

Het halve rad bij molen Altena waarbij water van de Steenbeek op het halve rad stroomt. Tegenwoordig is het rad verdwenen maar de waterlopen zijn er nog steeds te zien. Bron: "Rondom De Oude Molen Altena" van de Commissie Water van de Dorpsraad Ugchelen.

halve rad

Het water wordt op de helft van de hoogte van het rad geleid. Meestal gebeurde dit in combinatie met een bovenslagrad om extra vermogen via een tweede beek te verkrijgen.

Hamerbakken die tentoongesteld zijn in de Ruitersmolen te Beekbergen

hamerbakken

Dit zijn bakken waar houten hamers lompen tot pulp stampen om als grondstof voor de papierproductie te dienen.

De hel in de Ruitersmolen te Beekbergen. Onder de onderste molensteen, ligger of legger, is een ruimte, de hel, doodbedde, met een raamwerk, waarop de ligger rust, en dat bevestigd was met 3 stel bouten voor het waterpas stellen van de ligger. Niet aangenaam om te werken.

dehel

Kleine ruimte onder de molenstenen waar de onderste molensteen bijgesteld kon worden.

Een Hollander, ook wel roerbak of wrijfbak genoemd, is naast de oudere hamerbakken een gereedschap waarmee lompen tot papierstof konden worden verwerkt. Deze Hollander staat in het Openluchtmuseum en is afkomstig van het Kerstensmolentje te Eerbeek.

hollander

Een Hollander is een apparaat waarmee lompen tot papierpulp konden worden verwerkt.

Kantstenen in de Eerbeekse oliemolen.

kantstenen

Molenstenen die als wagenwielen ronddraaien over een vlakke plaat van steen of metaal en daardoor zaden openbreken.

Oude leemkuil in het Kroondomein waar de wilde zwijnen zich kunnen schuren.

keileem

Slecht doorlatende klei die tijdens de ijstijd het Saalien onder het ijs werd gevormd.

Kleischot dat aangetroffen is bij werkzaamheden bij de Willem III kazerne. Foto: Bekenstichting.

kleischot

Leem of kleilaag die tijdens de ijstijd verticaal werd opgestuwd in de stuwwal. Verticale kleischotten zijn de belangrijkste reden voor de aanwezigheid van sprengkoppen.

Kollergang in de Eerbeekse oliemolen voor het breken van beukenootjes en dergelijke.

kantstenen

Het geheel van kantstenen en vlakke plaat waarin zaden gebroken worden.

Beekruimers bezig met kraggen in de Grift te Apeldoorn.

krag

Een greep die loodrecht aan een lange steel zit om een beek te schonen.

Kwel bij de Rode Beek in Orden tijdens de aanleg van een nieuwe sprengkop.

kwel

Grondwater dat onder druk uit de grond komt.

Kwelzone bij de Rode Beek in Orden tijdens de aanleg van een nieuwe sprengkop.

kwelzone

Het gebied van de sprengkop en het eerste gedeelte van de sprengenbeek uit de sprengkop waar kwel voorkomt.

Op dit schilderij van Gradus ten Pas is rechts ter hoogte van de Deventerbrug nog net te zien waar de Leigraaf, die door het centrum (Oranjerie) van Apeldoorn stroomde, uitkwam.

leigraaf

Een geleide en gegraven beektype.

Meetgegevens van een meetput bij het Kristalbad waar duidelijk de fluctuatie te zien is van de grondwaterstand t.o.v. NAP. Correctie moet dan gemaakt worden naar hoogte op het maaiveld.

maaiveld

De hoogte van het grondoppervlak. Vaak opgegeven ten oopzichte van het NAP.

Foto van Hardonk uit 1953 van de grenspol Rauwenhul waar de marken van Assel, Orden en Ugchelen bij elkaar kwamen.

marken

In de vroege Middeleeuwen ontstane bestuursinstelling, bestaande uit de eigenaren van wegen, grond en waterlopen, die onderling afspraken maakten over beheer, sancties etc. etc.

De oudst genoemde meelmolen in het ambt Apeldoorn is de Gasthuismolen aan de Molenvaart te Beekbergen. Deze molen van het graafschap Gelre in 1294/95, was toen een dwangmolen van de Gelderse graaf Reinald en de ingezetenen van Beekbergen waren verplicht daar hun graan te laten malen.

gasthuismolen

Exclusieve recht van de eigenaar (bijv. de Hertog of Graaf) van een korenmolen om de inwoners van zijn rechtsgebied hun graan op de molen te laten malen.

Mooi gerestaureerde molengoot van de Bouwhofmolen in Ugchelen.

molenhoofd

De meestal houten bak waardoor het water bij een molen op het bovenslagrad werd geleid.

Molenhoofd van de Wenumse watermolen. Ooit hebben hier 4 raderen gedraaid en was het molenhoofd veel groter.molenhoofd

 

Het geheel van molengoot, houten staanders en horizontale balken.

De Badhuisspreng heette oorspronkelijk de Molenbeek. De toenmalige molen ter hoogte van de Billitonlaan werd er door gevoed en de beek stroomafwaarts heette in de plannen de Onderbeek.

onderbeek

Zie ook bovenbeek. De naam onderbeek werd vaak gebruikt voor een oude loop van de opgeleide beek. Via de onderbeek kon met het water van de bovenbeek afleiden voor onderhoud aan de molen op de bovenbeek. Ook werd soms deze naam gebruikt voor het beekgedeelte stroomafwaarts van een molen.

Molenrad wordt hier gelamd door het dichtslibben van de onderbeek. Lokatie is Bruchműhlen in Grafschaft Hoya Duitsland.

gelamd

Effect waarbij een waterrad met de onderkant door het water slaat en daardoor geremd („gelamd") werd. Dit kwam met name voor als een stroomafwaarts gelegen molen het water opstuwde in de wijer en daardoor bij de molen stroomopwaarts de waterstand in de beek te hoog werd.

Onderslagmolentje op de Orderbeek, waarschijnlijk 't Hul. Tekening uit de 18de eeuw. Bron Hardonk.

onderslagrad

Molenrad waarbij het water via de onderkant van het rad stroomde. Veelal gebruikt bij brede langzaam stromende beken met weinig verval.

Hier "ontlast" de Zwaanspreng zich in het Apeldoorns kanaal.

ontlasten

Oud woord voor "uitkomen in". Een beek kan uitkomen in een andere beek, rivier of kanaal en zich daarin ontlasten.

Schematische weergave van het opleiden van een natuurlijke beek naar een sprengenbeek. Bron IJzerman.

opleiden

Door middel van het leggen van dijkjes werd een sprengenbeek verlegd naar een hoger gedeelte op de stuwwal zodat er uiteindelijk een verval van ca. 4 meter ontstond ten opzichte van de oorspronkelijke loop. Hierdoor was er de mogelijkheid om een bovenslagrad bij een molen aan te leggen.

Overkluizing onder de Europaweg van de Schoolbeek / Geurtssprengen.

overkluizing

Meestal een gemetselde tunnel of buis waarin de sprengenbeek ondergronds verder kon stromen.

Overlaat bij de Geurtssprengen / Schoolbeek op de Veldekster in Ugchelen.

overlaat

Zie ook Verlaatsluis. Een constructie (soms met een regelbare schuif erin) die voorkomt dat de sprengenbeek op een willekeurige plek overstroomd. Meestal is deze bij een weide of een zijtak naar een andere beek.

De spreng en beek bij de Vijverberg aan de Amsterdamseweg tussen Oosterbeek en Schaarsbergen is een typische parkbeek. Aangelegd voor het wandelgebied de Vijverberg en zonder enig zakelijk nut. Maar wel ontzettend mooi.

parkbeek

Beken zonder economisch belang die vaak gebruikt worden voor parken en buitenplaatsen.

Schematische weergave van een peilbuis met een plaatje van de buis zelf en een putdeksel. Bron: Gemeente Apeldoorn.

peilbuis

Buis waarin de grondwaterstand kan worden gemeten.

Hier is een waterschot aangebracht tussen de Rode Beek en de Nieuwe Beek bij de Cannenburch. Het ijzerhoudende water van de Rode Beek diende voor het aandrijven van het rad. Het schone water van de Nieuwe Beek werd als proceswater gebruikt voor de papiermolen.

proceswater

Water dat gebruikt wordt anders dan voor de aandrijving van een molenrad. Bijv water voor papier productie, wasserijen, koeling etc.

Pulsbuis bij de Rode Beek in Orden.

pulsbuis

Een pulsbuis is een kunstmatig middel om het debiet van een beek te vergroten. De buis heeft aan de onderzijde een filter, waardoor wel water maar geen grond de buis in kan treden. Doordat het water een geringe weerstand ondervindt stroomt het via de buis in de spreng. Bron: IJzerman

Twee voorbeelden van een rijn. De spil zit vast aan de binnenrijn. Daarboven komt de bovenrijn. De spil zit zo vast aan de rijn en is bevestigd aan de loper, dat is de draaiende molensteen. Onder de loper ligt de legger, dat is de onderste molensteen die vast ligt.

rijn

Een rijn is een bevestigingsstuk tussen de bolspil en de bovenste molensteen. De rijn bestaat eigenlijk uit twee delen. Een binnenrijn en een buitenrijn. Er zijn vele varianten van een rijn.

De rivierdonderpad (Cottus perifretum) is een bodemvis uit de familie van de donderpadden (Cottidae). De soort heeft een brede afgeplatte kop, grote bek en zeer grote borstvinnen. De flanken zijn afhankelijk van de bodemkleur waar ze zich op bevinden bruin tot grijskleurig met donkere vlekkerige banden dwars op het lichaam. De soort wordt tot circa 13 cm lang. Bron Ravon.

rivierdonderpad

Beschermd visje met ruwe zijkant met stekeltjes. Hij is ca. 15 cm lang. Hij heeft geen zwemblaas waardoor hij schoksgewijs vooral via de bodem zwemt. Ziet er inderdaad uit als een pad.

De naam Rode Beek is eigenlijk een typenaam voor een beek. Het type is een ijzerhoudende beek. Het ijzer veroorzaakt een rode kleur in het water, waardoor de beek alleen maar voor de aandrijving van een rad kan dienen. Hier een foto van de Rode Beek in de Apeldoornse wijk Orden.

rodebeek

Beek die rood gekleurd is door rodolm

Rodolm is ijzerhoudend water. Het ijzer is afkomstig uit de bodem en spoelt uit in de beek. Bij de aanleg van de nieuwe sprengkoppen en beek van de Eendrachtspreng in het park de Goudvink in Ugchelen was mooi te zien dat er ijzer in de nieuwe beekbedding aanwezig was.

rodolm

Ijzerhoudend water.

Vrij groot rooster om blad en takken tegen de houden. De lokatie is bij de Geurtssprengen ter hoogte van de Europaweg.

rooster

Om te voorkomen dat er takken en blad etc. in een duiker terecht komen kan men metalen roosters voor de ingang van een duiker plaatsen.

De stinkmolen aan de Grift in 1936. Deze was vroeger ook een run- of eekmolen.

eekmolen

Ook wel Eekmolen. Molens die bedoeld waren voor de leerlooierij waarbij eekschors (eikeschors) gebruikt werd voor het zuur t.b.v. de bewerking. De verkregen schors van de eekschillers werd hier tot run gemalen en geleverd aan de leerlooierijen, waar ze als looistof dienst deed. Alleen in de leermolens gebruikte men run; de huiden werden eerst in water geweekt, schoongemaakt en vervolgens met run vermengd in diepe putten gestopt om te looien.Dit leerlooien veroorzaakte een hoogst onaangename geur.
Op de zeemmolens waar men zeemleer bereidde, werd geen run gebruikt. De kalfs of schaapsvellen maakte men hier met behulp van olie of traan soepel. Deze molens werden stroomafwaarts van Apeldoorn geplaatst vanwege hun stankoverlast

Rijshout is de benaming voor staken en tenen van wilgen (knotwilgen). Hiervan wordt ook beschoeiing gemaakt door rijshout tussen palen te vlechten. Bron: tekening van Rien Poortvliet.

rijshout

Dunne takken (tenen) van meestal wilgenhout bedoeld voor beschoeining. Ook vaak gebruikt voor zinkstukken in de dijkbouw.

Schijngrondwaterspiegels liggen boven het eigenlijke grondwater en worden veroorzaakt door regenwater dat blijft staan op ondoorlatende lagen. Een voorbeeld is de Pomphul in Hoog Soeren. Dat is een ven, op ca. 80 meter NAP, veroorzaakt door leemlagen.

schijngrondwaterspiegel

Waterniveau op een hoger niveau dan het normale grondwater. Meestal veroorzaakt door ondoorlaatbare lagen.

Vrijwilligers bezig met het schonen van de Geurtssprengen te Ugchelen.

schonen

Het schoonmaken van de sprengkop en de sprengenbeek door het verwijderen van zand, modder, takken en blad.

Tegenwoordig wordt het schouwen van watergangen door het waterschap gedaan. Bron: Waterschap Vallei en Veluwe.

schouwen

Het door bevoegde instanties (marken of waterschappen) controleren of de verplichte schoning heeft plaatsgevonden.

De Driehuizerbeek was tot voor kort niet overal te voet te bewandelen maar eind 2016 is dit verbeterd en is er een schouwpad langs aangelegd. De tuinen aan weerszijden hebben nu hekken gekregen.

schouwpad

Pad langs de sprengenbeek om de schouw te kunnen uitvoeren. Soms grenzen er tuinen aan de beek waardoor schouwen niet mogelijk is. De verplichting van een schouwpad moet dan de mogelijkheid geven om dit af te dwingen.

Uitstroomzijde van de sifon constructie waar de Oude Beek, die van Beekbergen naar de IJssel stroomt, het Apeldoorns kanaal kruist. De vaste bodem van het kanaal ligt gemiddeld 2.20 meter onder de waterlijn, waardoor gewone duikers niet mogelijk zijn voor de beken die het kanaal kruisen.

sifon

Een duiker met een flauwe V-vorm waarbij de instroom- en uitstroomzijde geleidelijk af en op loopt. Dit maakt het mogelijk dat water onder bijv. een kanaal kan stromen.

Rondom de Haslo fles bij Hoog Soeren staan er vele hoge eiken rondom het water. Waarschijnlijk zijn zij de restanten van een oude singel.

singel

Houtwal of bomenrij. Vaak werd de sprengkop omgeven door een bosje of singel. Soms was dat een singel van eikehakhout.

Op deze kaart uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (ahn.nl) is te zien hoe links de Steenbeek en de Koppelsprengen uit enkele smeltwaterdalen voortkomen. De Koppelsprengen komen bijv. voort uit het bekende natuurgebied Het Leesten langs de Otterloseweg bij Ugchelen. Bron: Hans van Eekelen.

smeltwaterdal

Dal uitgesleten door smelwater na de ijstijden. Deze dalen waren de plek van waaruit de sprengkoppen konden ontstaan en waarlangs de beken konden afvloeien.

Sprengkop in de onlangs gerenoveerde Eendrachtspreng. De spreng was vrijwel helemaal verdwenen maar voert behoorlijk wat water. Deze kop ligt aan de Ugchelsegrensweg en is nogal diep.

spreng

De gegraven bron waar de sprengenbeek zijn oorsprong heeft. Vaak wordt het eerste ingegraven gedeelte van de sprengenbeek met kwel ook nog wel spreng genoemd.

Nieuw aangelegde bedding van een sprengenbeek. De bedding is van de Driehuizerbeek langs de Prins Willem Alexanderlaan ter hoogte van de Waterloseweg.

sprengenbeek

De beek die het water van de spreng afvoert. De temperatuur en watergift zijn erg konstant.

Sprengkop van de Orderbeek.

sprengkop

Plek waar de spreng (de bron) ontspringt en is uitgegraven

Stuwvijver bij de Noltesche Mühle in Süstedt in Duitsland. De molen is een zogenaamde turbinemolen.

stuwvijver

Zie Wijer

Kaart van de Veluwe en de plek waar de stuwwal aanwezig is, die door de voorlaatste ijstijd het Saalien is opgestuwd.

stuwwal

Door een ijstong gedurende de ijstijden opgestuwd materiaal.

In een van de vele sprengkoppen van de Koningsbeek in het Koninklijk park zijn deze buizen te zien. Of het puls- of stijgbuizen zijn is niet helemaal duidelijk. Het kan ook zijn dat het water hier opgepompt wordt.

stijgbuis

Zie Pulsbuis

Turbine systeem bij de Noltesche watermolen in Duitsland.

turbine

In plaats van een molenrad bestaan er ook turbine aandrijvingen. Water uit een wijer werd dan boven de turbine gevoerd, waarna enkele meters dieper het water er via de turbine weer uitstroomde.

Deze sluis is ter hoogte van de Carrouselweg tussen de Ugchelse beek en de Winkewijerd. In 2017 zo hij vervangen worden door een vistrap, maar gelukkig is hij behouden. De vistrap is nu stroomopwaarts gepland.

verlaatsluis

 

Zie ook overlaat. Sluisje waar de overloop van de beek zijn water gecontroleeerd kwijt kan.

Gemetselde waterval in de Kayersbeek, die het verval aangaf van de vroeger daar gelegen Keyertsmolen. De molenbeek werd gevoed door veel verder naar het westen gelegen sprengen in de Wormingermark. De papiermolen is genoemd naar de papiermaker Hendrick Keyenberg. Bron: Hardonk, R. 1937.

verval

Het hoogteverschil tussen twee punten in een beek of rivier.

In 2016 aangelegde vistrap ter hoogte van de Kei te Ugchelen tussen de Schoolbeek en de Ugchelse beek.

vistrap

Kunstmatige passage waar vissen stroomopwaarts langs een obstakel kunnen zwemmen. De passage strekt zich via enige tientallen meters uit en overbrugt trapsgewijs het hoogteverschil van een molenrad, een verlaatsluis etc.

Dit gebied tussen de aan de linkerkant stromende Winkewijert (onderbeek) en de aan de rechterkant stromende Ugchelse beek is waarschijnlijk een vloeiweide geweest. Vroeger graasden hier in elk geval schapen en binnenkort zal dit gebied worden ingericht om wateroverloop van de beide beken mogelijk te maken.

vloeiweide

Door dijkjes omzoomde weide die regelmatig vanuit een beek onder water gezet werd om de weide beter als grasland te kunnen gebruiken.

Drie voedingssprengen van de Koppelsprengen bij Ugchelen.

voedingssprengen

De sprengkoppen van een sprengenbeek.

Een aantals Schotse vrouwen aan het vollen. Ca. 1770. Volder of voller was een ambacht in de lakennijverheid. De taak van de volder is het vollen ('laten vervilten') van een wollen weefsel. Dit is een bewerking om de vezels dichter ineen te werken, waardoor een stevige, waterdichte stof ontstaat die minder vatbaar is voor krimp. Volgens de traditionele methode wordt het weefsel gedompeld in een grote bak met heet water, urine en vollersaarde: een vettige klei die het vuil uit de vezels opneemt. Door het weefsel met de voeten aan te stampen zal de stof vervilten en krimpen.

vollen

Om wollen stoffen te verbeteren moesten ze vervilten d.w.z. de structuur moest verdicht worden door de stof met houten stampers te kneden. Hierbij werd ook wel urine aan de bakken met stof toegevoegd.

Van 1535 tot 1601 was de Tullekens molen in Beekbergen de volmolen van het St. Petersgasthuis.

volmolen

Molen om wol te vollen.

De oudste watermolens in het dorp Apeldoorn waren de Monnikhuizermolens aan de Grift. Zij stonden vanaf 1335 tot 1932 op de plek waar later het Centraal Beheer gebouw zou komen.

watermolen

Molen die door een rad (onderslagrad, bovenslagrad of halve rad) of een turbine wordt aangedreven.

Door wateronttrekking van het waterwinbedrijf (nu Vitens) bij de Amersfoortseweg is de grondwaterstand sinds 1968 sterk gedaald. Mede hierdoor zijn de sprengkoppen van de Koningsbeek bij Paleis het Loo en van de Badhuisspreng droog komen te vallen. In het paleispark wordt nu water opgepompt uit diepere lagen om te voorkomen dat de parkvijvers leeg komen te staan.

wateronttrekking

Meestal wordt hier onttrekking van water door drinkwaterbedrijven of de industrie door bedoeld.

Watervluchtmolen De Hoop, gelegen aan de Hogekampweg, later Stadhoudersmolenweg geheten. In 1884 kwam er bij de watermolen een windmolen bij. In 1920 verdween de windmolen en in 1967 de watermolen.

watervluchtmolen

Een watervluchtmolen is een molen die zowel door water- als door windkracht wordt aangedreven.

Waterwerkers aan het werk tijdens de reconstructiewerkzaamheden van de Eendrachtspreng in het Goudvink park te Ugchelen.

waterwerker

Iemand die sprengen en sprengenbeken aanlegt en onderhoudt.

De Smallertse beek bij de Cannenburch is een typische weilandbeek. Foto: voetstappen.nl

weilandbeek

Beek met vaak ondiepe ligging,die ontspring in cultuurgronden zoals weilanden en vaak begint als een verzameling sloten. De watertemperatuur varieert met de luchttemperatuur en er kunnen geen molens op worden aangedreven.

Wepen die gebruikt zullen worden voor de beschoeiing van een sprengkop van de Eendrachtspreng in het Goudvink park te Ugchelen.

wepen

Eiken paaltjes gebruikt voor bekribbing en beschoeing.

Wilgentenen in de Biesbosch. Foto: nlwandel.nl

wilgentenen

Dit zijn lange rechte twijgen (waterloten) die aan wilgen groeien als ze geknot zijn en die door hun lengte en soepelheid geschikt zijn voor vlechtwerk van beschoeingen.

Zeer grote wijer bij de Wenumse watermolen.

wijer

Een vijver stroomopwaarts van een watermolen. De vijver is bedoeld voor de opslag van water om het rad van de molen ook in tijden van verminderde toevoer van water te kunnen voorzien. Ook konden de molenaars hier vis in uitzetten voor extra inkomsten.

Bij de aansluiting van een sprengenbeek op het kanaal kan men een zandvanger plaatsen om het zand in op te vangen en zo te voorkomen dat het kanaal uitgediept moet worden door dit zand. Zo'n zandvanger noemt, men net als vele andere constructies bij waterwerken zoals verlaatsluisjes, stuwen etc., ook wel een kunstwerk.Bron: Waterschap Aa en Maas.

zandvanger

Bij de aansluiting van een spreng bijv. in een kanaal kan er veel zand uit de spreng in het kanaal meekomen. Om te voorkomen dat het zand in het kanaal opgeruimd moet worden kan er een ondiepe bak in de spreng worden geplaatsts om de zanddeeltjes op te vangen. Dat vereenvoudigt het schoonmaakwerk aanzienlijk.

Kaart van het gebied bij de Winnemolens in Ugchelen waar al sprake is van een zomp in een koopakte uit 1792. Achter de straat de Cloese is ook nog een groot drassig terrein aanwezig, dat vroeger het zomp genoemd werd. Tegenwoordig heeft men het gebied De IJsvogel genoemd, waarbij aan de geschiedenis van het gebied voorbij is gegaan. 's Winters is hier een schaatsvijver.

zomp

Een terrein, dat "zomp” heet, duidt op een zompige of drassige plek.