Paragraaf index

73 Een papiermolen op het Slat

Geschiedenis van de molen

Dit verhaal over de Slatsmolens is aanvullend op het verhaal in paragraaf 4 De Slatsmolen te Loenen.

In 1671 wordt de "Moelen op ’t Slatt” genoemd. Tonis Hendriks verrekent de pacht voor een molen op het Slat. Bij de verrekening wordt in de marge terloops vermeldt "een oxhooft wijn van Cornelis gehadt, sal voor ’t overdoen sijn”. De pacht is na 1671 vermoedelijk overgedaan aan  Cornelis Hendriks.

In 1676 betaalt "Marriken” en niet Cornelis de pacht maar in 1677 is Cornelis weer van de partij.

In 1680 is het Hendrik Cornelissen, misschien een zoon van Cornelis Hendriks, die de pacht aan Hackfort geeft.

In 1682 betaalt Hendrik Cornelis wat achterstallige pacht.

Het is mogelijk dat deze molen de door Cornelis Hendricks omstreeks 1662 getimmerde nieuwe papiermolen bij de Heselheg (Horsterkamp) was.

De molen is op een beekje gelegd, dat door twee sprengenstelsels werd gevoed. Nadat veel later de molen is afgebroken, is de onderbeek gedempt en het water van de bovenbeek naar de andere papiermolen geleid.

Mogelijk was dit het molentje van Jan Limpers Hilbrink, die in 1786 op een van de Slatsmolens zat.

Limpers, die in 1751 geboren is, had in Loenen een klein papierbedrijf van 2 a 3 bakken, waar hij in 1808 één soort papier maakte. In 1798/ 99 betaalt Jan Limpers zowel voor zijn molen als ook voor "het kleijne Mooltjen” pacht. Volgens Limpers zou de eerste papiermolen in Loenen destijds in de omgeving van het Slat zijn gesticht.

In 1823 en 1851 wordt Hendrik Limpers Hilbrink als pachter genoemd.

Boerderij De Kleine Slas.
Het rechter gedeelte is de geheel verbouwde molen. H. Hagens (Bron 3 blz. 310)