Paragraaf index

70 De papiermolen van Wolf Gabriels (Wolfsmolen)

Geschiedenis van de molen

De molen van Wolf Gabriels - de eerste papiermolen in Loenen - zal omstreeks 1628 gesticht zijn in de directe omgeving van kasteel Terhorst. Reinier Hardonk wist zich niet goed raad met de vraag waar de molen gestaan heeft. Hij vermoedde dat het in de buurt van de lang verdwenen waterkorenmolen van Wilbrink in het Slat, Molen Allee 27 was en waarschijnlijk had hij daarmee gelijk.

In Bron 34 (CHA Loenen 2005) wordt vermeldt dat in 1628 de bouw is geweest van een papierfabriek(je) De Kleine Slats. Het is niet duidelijk waaraan deze analyse die datum aan de molen verbindt maar onlogisch is het niet. Er is, ook niet door Hardonk, weinig bekend over de eerste geschiedenis van de Kleine Slatsmolen. Dat geldt niet voor de andere drie molens die rond het jaar 1660 in Loenen bestonden. De gegevens, die we over de Wolfsmolen hebben, passen niet in de verhalen van de Zilvense Korenmolen, De Silvolse Kornmullen met 2 gebynd en de toenmalige Bovenste molen. Er wordt ook weleens gemeld dat de Middelste molen de plek van de Wolfsmolen geweest is, maar dat is zeer onwaarschijnlijk.

In 1627 vraagt Alardt Hackfort - de toenmalige eigenaar van Terhorst - het waterrecht van een "klein beeksken, dat by syn Huys tot Loenen was loopende waerop by gelegentheyd wel een pampiermoelen soude konnen gelegt worden, ’t welk hy onder syn latere Bovenste molen van huys niet geerne van een vreemde solde sien”. De aanvraag word goedgekeurd.


Kort na 1627 moet met de bouw van deze Loenense papiermolen zijn begonnen.

De pachtbetaling voor de pacht van 9 jaar aan "Mr. Wolliff Gabriels” ging in 1630 in. Gabriels diende per jaar behalve geld een gerookte zalm en een suikerbrood van 8 pond te leveren.

Al voordat de pacht inging steken de Spanjaarden de papiermolen in 1629, tijdens hun Veluwse veldtocht, in brand.

In 1631 is de molen alweer opgebouwd en is er sprake van de plek, waar "de Wolfsmeulen op staet”.

In 1640 brandt de papiermolen voor een tweede keer af en meldt men "een groot ongelick ten eene maelen tot as” verbrandt. Wolf Gabriels krijgt daardoor twee jaar kwijtschelding van pacht.

In 1643 leent "Mr.Wolliff” 31 gulden van Hackfort voor de aankoop van lompen en dat bedrag wordt datzelfde jaar "eerlix” teruggegeven.

In het verpondingskohier van het ambt Apeldoorn over 1648/ 49 staat dat de molen van Wolf Gabriels is en met drie hamerbakken werkt. Het waterrecht is nog steeds van Olivier Hackfort.

In 1650 wordt het water en de grond opnieuw voor 6 jaar opnieuw aan Wolf Gabriels verpacht. Darvoor betaalt hij naast geld bovendien nog steeds de "gereuckte sallim” (gerookte zalm) en het suikerbrood van 8 pond. Blijkbaar viel dat in de smaak bij de Hackforts.

Wolf Gabriels wordt alleen in 1656 en 1957 nog genoemd maar daarna verdwijnt hij uit beeld. Wel komt enige jaren later de benaming Wolfsmolen weer voor.

Olivier Hackfort, de zoon van Alardt Hackfort, krijgt in 1657 het bezit van het recht op al het water in Loenen.

De opvolger van Wolf Gabriels is misschien Hendrick Bernts, die met Pasen 1659 de pacht van 45 gulden betaalt van ’t water "lopende over het rat van synen Mullen”. Hierdoor weten we in elk geval dat we met een bovenslagsmolen te maken hebben. Bernts molen heet dan  "Hendrick Bernts pampire Mulen”.


Met toestemming van Olivier Hackfort verkoopt Hendrick Bernts in 1661 "synen pampire muelen” aan Teunis (Tonis) Hendricks. Hendrick Bernts vinden we in 1668 wel terug op de papiermolen op de Horsterkamp.

De pacht voor Teunis Hendricks is nu behoorlijk hoger en bedraagt 61 gulden en ook nog 10 pond poedersuiker, een riem schrijfpapier en een gerookte zalm. Ook moet de nieuwe pachter "eens voor een ransoen eenen rosenobel” geven. In 1662 betaalt Teunis Hendricks de rosenobel (een goudstuk) van het "ransoen” met elf gulden, terwijl hij 1663 voor het eerst de pacht verrekent.

In 1666 lezen we, dat de "Wolfsmoelen” aan Tonis Henrix voor 61 gulden, 1 gerookte zalm, 10 pond suiker en een halve riem schrijfpapier verpacht wordt.

Behalve het verschil van een halve riem papier klopt dit alles precies met de pachtvoorwaarden bij de verkoop in 1662 van Hendrick Bernts "synen pampiere muelen” aan Tonis Hendricks. Daarom is er alle reden om aan te nemen, dat met de Wolfsmolen en de papiermolen van Hendrick Bernts een en dezelfde molen is bedoeld.

In 1664 geven de erfgenamen van Loenen en Zilven vergunning voor het leggen van twee papiermolens, waarvan een onder "Tonis Hendricks Mulen”. Het probleem bij deze aanname is wel dat er nog een andere molen stroomafwaarts in 1660 geweest is en dat was de Bovenste molen van Jan Goesens. Ook Hardonk worstelde met de geschiedenis van de Bovenste molen maar dit is wat we er tot nu toe van kunnen maken met de gegevens die we hebben.

De twee nieuwe molens, stroomafwaarts van de Wolfsmolen, zijn waarschijnlijk de Middelste molen en de Achterste molen. Deze beide molens komen nog niet op de kaart van Van Gelder uit 1660 voor en ze zijn dus zeker pas na dat jaar gesticht. De beek beneden de onderste molen op de kaart uit 1660 is dan ook niet de tegenwoordige loop, maar de bedding zoals die liep voor het leggen der Middelste- en Achterste Molens.

In 1668 is er een overeenkomst tussen Alardt Hackfort en een zestal papiermakers in Loenen over het maken van verlaten in de molenbeken. Daarbij wordt Toenes Henderic Hendricksen als papierarbeider op de "oude moele” en Toenes Hendrix op de "nuwe” molen genoemd.

Het is niet helemaal duidelijk waar we deze oude en nieuwe molen moeten zoeken. In 1671 komen er pachtinkomsten voor de molen Het Slat door Tonis Hendriks. Vermoedelijk heeft Toenes Hendrix de "nuwe” molen ofwel Het Grote Slat nu gepacht en werkt Toenes Henderic Hendricksen nog op de oude molen, het Kleine Slat ofwel de Wolfsmolen.

In de jaren 1672 t/m/ 1674 is het zwaar voor de bevolking van de Veluwe. De Franse bezetters hebben veel geld nodig en de belastingen zijn hoog. Ook Tonis Henrix moet dan meebetalen aan de "Koninklijke schatting”.

Er is over de tijd hierna weinig bekend van de geschiedenis van de molen maar in de kadatrale kaarten van 1832 en 1880 staat hij nog steeds ingetekend.

Momenteel (2020) is de molenplaats niet meer herkenbaar.

Geografische positie en bereikbaarheid

De molen waarvan hier sprake is, is hoogstwaarschijnlijk de Kleine Slatsmolen. Op deze groteerde uitsnede van een kaart uit 1660 zijn slechts 4 molens ingetekend. In de beschrijving van de Wolfsmolen blijkt dat deze in die tijd bestaan heeft, dus het moet een van deze vier molens geweest zijn. Stroomafwaarts gelegen molens als de Middelste molen en de Onderste molen waren er toen nog niet. Van de Zilvense Korenmolen, de Silvolse Kornmullen met 2 gebynd en de toenmalige Onderste molen weten we genoeg om er zeker van te zijn dat deze niet bedoeld kunnen zijn.

Uitsnede van een reproductie van de kaart uit 1669 door Moerman met de molens aangeduid (zie tabel).

Tabel Molens in kaart uit 1660 van Van Gelder

Nr.Oude naam in 1660Huidige bekende naam
ISilvolse korn mulle Zilvense Korenmolen 
IImulle (bij Lunse beek) Silvolse Kornmullen met 2 gebynd (mosterd molen)
IIImule (De nieuwe gegraven Silvolse beek)Slatsmolens
IVmule (aan de De nieuwe gegraven Silvolse beek bij de Stro beek)Bovenste molen

 

De geografische positie van de Wolfsmolen is geschat op 52° 7'15.48"N 6° 1'36.88"E

GE Statsmolen

De geografische positie is van de Grote Slatsmolen is vlakbij de Wolfsmolen.

aquaduct slatsmolen

Uitsnede provinciale kaart met de beide Slatsmolens aangegeven.

1832 kadastraal slatsmolens

Kadastrale kaart uit 1832 waarin ook nog de oude locatie van de kleine Slatsmolen, voorheen de Wolfsmolen, is aangeduidt.

Kadaster 1880 Hagens blz310

Ook op de kadastrale kaart uit 1880 wordt de plek van de voormalige Wolfsmolen nog aangegeven.

uitsnede loenensebeek   namen   jaartallen

 Provinciale kaart waarin de Loenense watermolens en hun warschijnlijke stichtingsdatum zijn toegevoegd.

Huidige situatie

Bouwgeschiedenis (evt. tijd en reden voor afbraak)

1627 Alardt Hackfort vraagt en krijgt het waterrecht van een beek voor het bouwen van een papiermolen.
1628 Op of voor dit jaar Stichting van de Wolfsmolen.
1929 Spanjaarden steken de molen in brand.
1630 Pacht aan "Mr. Wolliff Gabriels.
1631 De molen is weer opgebouwd op de plek, waar "de Wolfsmeulen op staet”.
1640 Brandt de papiermolen voor een tweede keer af.
1648/ 49 De molen is van Wolf Gabriels en heeft drie hamerbakken.
1650 Opnieuw voor 6 jaar aan Wolf Gabriels verpacht.
1656 en 1957 Laatste vermelding Wolf Gabriels.
1659 Hendrick Bernts pacht de bovenslagsmolen "Hendrick Bernts pampire Mulen”.
1661 Hendrick Bernts verkoop de molen aan Teunis (Tonis) Hendricks.
1662 Teunis Hendricks betaalt.
1663 Teunis Hendricks verrekent voor het eerst de pacht.
1664 Vergunning voor het leggen van twee nieuwe papiermolens, waarvan een onder "Tonis Hendricks Mulen”.
1666 De "Wolfsmoelen” verpacht aan aan Tonis Henrix.
1668 Toenes Henderic Hendricksen papierarbeider op de "oude moele” en Toenes Hendrix op de "nuwe” molen genoemd.
1671 Pachtinkomsten voor de molen Het Slat door Tonis Hendriks.
1672 t/m/ 1674 Franse bezetters heffen hoge belastingen en ook aan Tonis Henrix.
Hierna is de beek aan de kleine Slatsmolen gedempt en wordt de molen niet meer genoemd. Alleen de tegenliggende Grote Slatsmolen heeft nog een toekomst.

 Erfgoed ontwikkelings potentie

Het gebied is interessant gezien de oude geschiedenis en mogelijk zijn er nog restanten in de bodem van de Wolfsmolen te vinden.

Erfgoedstatus

Geen.

Foto’s van oude en huidige situatie

wolfsmolen

 Het terrein waarop de Wolfsmolen en later de Kleine Slatsmolen was gelegen is nu een weiland. De molen lag naast een inmiddels verdwenen beekloop.