Paragraaf index

67 De Nieuwe of Bovenste Molen, later het Voorslop

Geschiedenis van de molen

Jacob Jacobs had al een tweetal papiermolens in Ugchelen geplaats namelijk de Oude Molen (later Altena) en de Hamermolen. In 1644 laat hij nog een derde molen timmeren. De akte luidt onder andere: "een ledige plaetse van omtrent een mudde geseijts landts opte Uchgeller beeck, genaemt die Steenbeek, boven der Eheluyden muelen gelegen, om aldaer een nijeuwen pampieren off anderen muelen (doch gheenen kornmuelen) te mogen timmeren”. Dan nog "stijff twee mudden geseijs liggende tussen ’t Uchgeller beecksken ende ’t cleijne hull, achter Bartolts camp, die Jacobs voorss nu toebehoort om tot Land aen te graven”. Bartolts kamp heette ook "Het Hoge Hull”.

Voor de stichting van deze derde molen (het latere Voorslop) moest de opzet van de Oude Molen (Altena), die nog was aangelegd op het verval en het bijbehorende dijkwerk vanaf de Steenbeek, grondig worden gewijzigd. Jacobs was gelukkig eigenaar van zowel de Oude als de Nieuwe molen en kon het zo inrichten, dat het water van het Voorslop (de nieuwe molen) niet ongebruikt in de onderbeek van de molen Altena (de oude moen) liep, maar eerst nog op halve hoogte een aantal schoepen van het rad van Altena extra aandreef. Deze toestand “het lopen op het halve rad” is daar eeuwenlang zo gebleven.

Jacob Jacobs heeft in de jaren daarna een aantal heftige aanvaringen gehad, die het vermelden waard zijn.
In 1646 heeft hij de bouwkosten van de molen nog niet betaald en wordt door de Bank van Apeldoorn onder handen genomen. Een dag later is het alweer raak en nu voor het niet betalen aan een timmerman. In datzelfde jaar heeft hij een aanvaring met de geërfden van de mark want hij heeft de beek weer “opgestouwd” en "den elst” (het elzenhout) langs de beek illegaal omgehakt. Het werk aan de dijkjes wordt door de boswaarder van de Ugchelse mark snel ongedaan gemaakt. Ondanks dat het weer "opmaken” der dijken op straffe van een boete van 50 gulden verboden wordt gaat hij in 1651 weer in de fout en heeft hij het beekje "uyt de buerschap Uchelen komende” alweer geleid en opgestuwd. De mark laat de beekdijk op drie plaatsen doorsteken, omdat "door ’t selve graven principaelick het groene velt ten eenenmale bedorven wierdt”. Jacobs wordt daar nogal boos over en in een request aan het Hof schrijft hij dat het niemand betaamt hem in de "vredige possissie” van de "beeckskens ende stranckskens off well”, in 1639 en 1646 van de rekenkamer verkregen, te "turbeeren”, de dijk van het beekje op vier plaatsen door te steken en het beekwater "tot sijnen grooten schaede” op zijn mestvaalt te laten lopen.

Deze derde molen van Jacobs werd eerst de "nieuwe pampier Muele” genoemd en later de "Nieuwe Molen”. In1736 heett hij de "bovenste molen”. Dan verschijnt langzamerhand de benaming "Voorslop”, die tot op heden gehandhaafd is. In 1649 heeft Jacob Jacobs een morgen grond "int Vorschen Slot” later ook "het Vorssen Slot”. Derck Daniels Schut woont in 1691 op het "Voorslodt”. Met "slot” of "slat” werd vroeger een drassig terrein aangeduid. Vorssen slot betekent dus zoiets als "kikkerpoel”. Later is dit verbasterd tot “Voorslop”.

Omstreeks 1646 komt de nieuwe molen, die dan al 4 bakken heeft, in het bezit van Daniel Jacobs, de zoon van Jacob Jacobs. Zoals we al zagen, noemde hij zich naar zijn moeder Daniel Jacobsen Schut. Daniel, die gehuwd was met Geertje Jans (Janssen), fabriceerde wit papier van uitstekende kwaliteit.

Op een bewaard gebleven dekblad van een riem papier uit 1663 staat: "Dese Fiene Papieren worden gemaekt op de molens van Mr. Daniel Jacobsen Schut”.

Daniel Jacobsen Schut overlijdt omstreeks 1682 en dan vindt in 1698 een al eerder vermelde verdeling van de molens onder zijn vijf zoons plaats. Zijn zoon Derk woonde in 1695 al op "het Voorslodt” en zijn broer Jan vermoedelijk ook, want de mark stond in 1703 toe de schuur tegenover zijn voordeur "een gebint langer nae sijn huys aen te maken, omdat hij qualyk plaetse hadt in syn schuer, die te klyn was om het voer voor syn vee en syn brant in te leggen”.
De appel valt niet ver van de boom want in 1708 maakt de papiermaker Dirk Daniels Schut aan de beek boven de molen een "tuyn” (omheining) om de beesten van de beek te "keren”. Maar omdat er op die plek "voor desen nooyt een tuyn gestaen hadt” en deze zonder toestemming van de geërfden was gezet, moet Dirk Daniels de omheining "aenstonts wegh breken” en ook nog een boete aan de mark betalen. De weduwe van Jan Daniels Schut krijgt in 1717 wel een vergunning om op een stukje grond, gelegen voor de nieuwe molen, "een kamer te setten tot een woninge”.
In 1732 blijkt ene Jan Gerrits Hissingh de eigenaar van de molen te zijn. Op een bijeenkomst der Uchgeler mark van 8 april 1732 verklaarde burgemeester Brantsen van Arnhem en Jan Aerts Sprenkeler, dat door het "excessest” afgraven van de beek "gehele sandtbergen werden opgesmeten”, waardoor niet alleen de markegronden, maar in het bijzonder hun eigen erven veel schade zouden oplopen. Want het was "binnen korten” te vrezen, dat het zand "daer in soude storten”. De geërfden besluiten in de "beecken off graven”, die het water naar de molen van Jan Gerrits Hissingh brengen, in zijn tegenwoordigheid enige palen te plaatsen en hem te gelasten daar niet voorbij te graven of "enige ingestorte aerde op te smijten”. De gezworenen en boswaarders van de mark krijgen opdracht nauwlettend toe te zien dat de palen niet worden "versedt, verandert off wegh gehaelt”.
In 1734 komt de familie Schut weer in beeld want dan blijkt de papiermolen in ’t bezit te zijn van Jan Derksen Schut, een zoon van Derk Daniels Schut. Het markeboek meldt dat de palen wel op enkele plaatsen zijn gezet, maar niet "in de graven, die het naest aan de erven van de Heer Brantsen en Jan Aerts Sprenkeler waren”. Men besluit dan in de beken bij deze erven ook wat palen te plaatsen en er op te laten letten, dat "niet verder werde gegraven”. Jan Derks Schut is van het besluit van 1732 op de hoogte gebracht en moet het geweten hebben. Toch klaagt burgemeester Brantsen in 1736 dat Jan Dirksen, papiermaker op de bovenste molen, nog steeds doorgaat met zijn ongeoorloofd graven. Hem wordt aangezegd, dat hij voor het beekruimen de gezworenen der mark en ook de meiers op de erven van Brantsen, St. Peter en Jan Aerts Sprenkeler eerst daarvan op de hoogte moet brengen. Deze personen zullen dan bij het ruimen aanwezig zijn en erop toezien, dat het werk "ordentelijk geschiedt”. Het Burgerweeshuis en het St. Petersgasthuis te Arnhem hadden aanzienlijke bezittingen in de Ugcheler mark, terwijl burgemeester Brantsen er ook enkele terreinen bezat. Vandaar dat steeds enige Arnhemmers zitting hadden in het markebestuur, waarvan in die tijd ook burgemeester Brantsen deel uitmaakte.

Deze kaart uit 1740 van de landmeter G. Verbeek is in 1920 door Jacob Moerman nagetekend. Het laat mooi het oude Ugchelen rondom de Mettaweg zien. Ook zijn de gebieden van St. Peter en Brantsen fraai aangegeven. Bron CODA

Jan Derksen Schut blijft de voetsporen volgen van zijn vader en grootvader. Hij trekt zich van alle "resolutien” niets aan en gaat in 1738 gewoon verder met zijn verboden gegraaf, waardoor het water "uyt de marckt werde getapt” en de "vaerwegh” naar de naastgelegen erven "seer benauwt” wordt. Bovendien graaft hij tot ver "agter de palen”. De geërfden besluiten, dat - onder toezicht der gezworenen, de boswaarders, al hetgeen achter de palen gegraven is, zullen "insligten en toemaken”. Ze moeten er streng op toezien, dat Jan Derksen (Schut) zich "in toekomende” gedraagt naar de voorschriften der mark.
Op de holtspraak van 28 maart 1738 beloven de gezworenen zich nauwgezet van hun opdracht te kwijten. Deze keer zijn het echter laatstgenoemden, die zich nalatig tonen.
Want op 6 maart 1740 vernemen we, dat "bij oculaire inspectie” was gebleken, dat ze zulks niet hadden gedaan. Hun wordt uitdrukkelijk gelast daarin niet langer "in gebreke te blijven, maar ten spoedigste hetgeen agter de palen te verre is gegraven geweest door de boswaarders onder haar opsigt te doen sligten en behoorlijk te dempen”.
De werkzaamheden van Jacob Jacobs en zijn nazaten aan de Ugchelse sprengen, voornamelijk aan die van het Voorslop, zijn over een tijdvak van ruim een eeuw te volgen geweest. Dan is ,volgens Hardonk, het sprengenstelsel gevormd tot wat het tegenwoordig is.
Jan Derks Schut verkoopt in 1765 zijn papiermolen aan Harmen Kop, een ervaren papiermakersknecht. op de molen zit. Na 1781 zet zijn weduwe Luitje Meijerink het bedrijf, waar vijf soorten papier werden gemaakt, voort.
De erfgenamen van de weduwe Kop verkopen in 1822 de 4 baks papiermolen aan Lipman van Rees, de eigenaar en bewoner van een der molens van Waterloo.
Arend van Rees neemt blijkbaar daarna de fabriek over maar na zijn overlijden wordt de molen in 1840 verkocht.
Vlakbij de molen was een stuk land bekend als "Kops wei”. Jannes Kop, een zoon van Harmen, kreeg in 1834 van de mark in pacht een stuk grond van 42 Ned. roeden bij de Kerkbrug over de bovenbeek van de Hamermolen "ten westen en zuiden de beken, ten noorden de Kerkbrug, ten oosten de mark”,waarna het stuk land langs de beek als "Kops wei” bekend was.
In 1841 brandde het Voorslop af. De restanten werden in 1842 gekocht door de Apeldoornse koopman Frans Dikschei, die de papiermolen opnieuw laat opbouwen en in 1844 verkoopt aan de papiermaker Jan van Houtum van de bovenste Bazemolen.
Van Houtum had de aankoop blijkbaar al voorbereid. Van de Ugcheler mark had hij grond bij de nieuwe molen gepacht. Daarnaast had hij van Derk Boks, voormalig papiermaker op de Ruitersmolen te Beekbergen, hamerbakken gekocht.

Jan van Houtum trouwens was niet de minste. Hij had in 1831 aan de Tiendaagse Veldtocht deelgenomen en daarvoor het metalenkruis gekregen.
In 1874 kocht hij te Loenen aan de Vecht een windmolen voor het in beweging brengen van een tweetal hollanders. De hamerbakken werden door het waterrad aangedreven. Hierdoor werd het Voorslop dus een gecombineerd bedrijf voor water- en windmolen, een zogenaamde watervluchtmolen.
In 1880 kreeg de fabriek opdracht tot het leveren van papier voor de vervaardiging van bankbiljetten

Omstreeks 1891 had de stoom zijn intrede gedaan op het Voorslop met een "horizontale locomobile” van 6 pk voor het maken en koken van grondstoffen en het drogen van papier.
De handpapiermakerij bleef naast de machinale papierbereiding tot ongeveer 1921 in stand. Toen kwam de eerste eigenlijke stoommachine de hamerbakken verdrijven, waarvan er tot die tijd een zestal in werking waren gebleven.
Ook in 1921 is er een fusie met de papierfabriek Palm (Brouwrsmolen), waarna de firma van Houtum en Palm heette.
.

Op 8 mei 1967 bezocht koningin Juliana tijdens een werkbezoek aan de gemeente Apeldoorn het Voorslop te Ugchelen. Jaap van Houtum legt Juliana uit hoe watermerken tot stand komen.

In 1978 wordt de firma verkocht aan De Nederlandse Bank, die zo de fabricage van waardepapieren zeker stelde.
Weer een paar jaren later werd het bedrijf verkocht aan de grootste concurrent ArjoWiggens en daarna nog weer aan een aantal andere bedrijven. Het echte professionele werk met waardepapieren is echter gebleven.

Geografische positie en bereikbaarheid

Het adres van de molen is Hoenderloseweg 84 te Ugchelen.

AHN Altena

Kaart uit Actueel Hoogtebestand Nederland (ahn.nl) van het gebied rond de Steenbeek. Fraai is te zien dat de beek zijn oorsprong heeft in het smelwaterdal "Het Leesten". 2018 - Beken geprojecteerd door H. van Eekelen.

GE Voorslop

De geografische positie van het Voorslop is 52°10'43.18"N 5°55'9.65"E

HA Altena

Op de kaart van Hardonk met huidige topo op de achtergrond is de molen met nr. 37 aangegeven. De iets dikkere lichtblauwe beekloop is de oude loop.

1832 voorslop

Kadastrale kaart uit 1832

1880 kadastraal

Kadastrale kaart uit 1880

Uitsnede Kaart Moerman

Uitsnede uit een kaart met beeklopen, molens. St. Peter en de Weezenhof zijn hier ook op aangegeven. Ca. 1930 J. Moerman

Voorslop ongedateerd

Ongedateerde oudste luchtfoto van Het Voorslop. De gebouwen zijn nog klein. Bron W. Kers

Kers Opname 1959 (2)

 Ongedateerde luchtfoto van Het Voorslop. De nieuwbouw is hier nog niet uitgevoerd. Bron W. Kers

2016 02 08 De Steenbeek met Bennie Essenstam 2 ca 1959

Luchtfoto van het fabrieksterrein - ca. 1959 / Bron Hr. B. E.

Huidige situatie

Op dit moment is de firma van Houtum & Palm hier nog steeds aanwezig.

Bouwgeschiedenis (evt. tijd en reden voor afbraak)

1644 Jacob Jacobs laat de "nieuwe pampier Muele” timmeren.
1736 heette hij de "bovenste molen” en later "Voorslop”,
1646 De nieuwe molen heeft 4 bakken.
1646 Daniel Jacobs, de zoon van Jacob Jacobs is eigenaar.
1682 Daniel Jacobsen Schut overlijdt.
1698 Verdeling van de molens onder zijn vijf zoons. Zijn zoon Derk woonde in
1695 Zoons Jan en Derk wonen op "het Voorslodt”.
1703 Uitbreiding van de molen met een schuur.
1708 Dirk Daniels Schut maakt aan de beek boven de molen een "tuyn” (omheining) om de beesten van de beek te "keren”.
1717 Weduwe van Jan Daniels Schut krijgt vergunning om op een stukje grond, gelegen voor de nieuwe molen, "een kamer te setten tot een woninge”.
1732 Jan Gerrits Hissingh is eigenaar van de molen.
1732 Burgemeester Brantsen van Arnhem en Jan Aerts Sprenkeler klagen over graafwerk.
1734 Jan Derksen Schut, een zoon van Derk Daniels Schut is eigenaar.
1736 Burgemeester Brantsen klaagt weer over graafwerk.
1740 G. Verbeek maakt kaart van Ugchelen met o.a. gebieden van St. Peter en Brantsen aangegeven.
1738 Er wordt nog jaren verder gegaan met het verboden gegraaf.
1765 Jan Derks Schut verkoopt de papiermolen aan Harmen Kop.
1781 en daarna zet zijn weduwe Luitje Meijerink het bedrijf voort.
1822 Erfgenamen van de weduwe Kop verkopen de 4 baks papiermolen aan Lipman van Rees.
1831 Jan van Houtum doet mee aan tien daagse veldtocht.
1834 Jannes Kop verwerft grond bij de Kerkbrug.
1840 Molen inmiddels van Arend van Rees (overleden) verkocht.
1841 Brandt het Voorslop af.
1842 Restanten gekocht door de Apeldoornse koopman Frans Dikschei.Herbouwt molen.
1844 Molen gekocht door Jan van Houtum.
1874 Van Houtum koopt te Loenen aan de Vecht een windmolen. Het Voorslop werd een watervluchtmolen.
1880 Opdracht tot het leveren van papier voor de vervaardiging van bankbiljetten.
1891 Fabrieksschoorsteen voor de "horizontale locomobile” van 6 pk.
1896 Schilderij van G. ten Pas met windmolen en schoorsteen.
1921 Einde handpapiermakerij.
1921 Fusie met de papierfabriek Palm (Brouwersmolen), waarna de firma van Houtum en Palm heette.
1967 Koningin Juliana bezoekt het Voorslop.
1978 Firma verkocht aan De Nederlandse Bank.
1986 Verkoop aan de Gelderse Papiergroep en daarna aan Gilde Investments.
2000 Firma gekocht door Franse concurrent ArjoWiggens en AWS genoemd (Arjo Wiggens Security)
2017 Overgenomen door Oberthur Fiduciaire

1909 plategrond vooslop

Plattegrond van het Voorslop waar de verschillende machines en het waterrad zijn ingetekend - 1909

Erfgoed ontwikkelings potentie

2016 02 08 De Steenbeek met Bennie Essenstam 3

Oude molensteen, die in de buurt van de nieuwe brongebieden, als grenssteen gebruikt werd om het gebied van de VHP aan te duiden. 2016 - Foto Henk Weltje

Erfgoedstatus

voorblad boekwerk Voorslop Kers

Een aantal gegevens en foto's in dit artikel zijn afkomstig uit het mooie boekwerk "Rondom 't Voorslop"  (Bron 33) - Wim Kers / 2014

In de ruim drie eeuwen van zijn bestaan hebben feitelijk maar drie families het Voorslop bewerkt, namelijk Schut, Kop en Van Houtum. De afstammelingen van Geertje Schut van 1644 - 1765, de Kops van 1765 - 1822 en de Van Houtums sinds 1844.

1980 100 jaar waardepapier De papierschepper

Beeld van de Papierschepper geplaatst in het plantsoen tegenover het verenigingsgebouw “Ugchelens Belang”. Dit beeld is geschonken aan de bewoners ter ere van de honderd jarige levering van bankpapier aan De Nederlandsche Bank - 1980

Foto’s van oude en huidige situatie

Kers vhp1

Ansichtkaart van de villa en het bedrijfsgebouw. Datum onbekend (ca.1930?). Bron W. KersKers vhp2

Ingang VHP vanaf de Hoederloseweg gezien ca. 2014 - Bron W. Kers

2016 02 08 De Steenbeek met Bennie Essenstam 4

Oude bron van de Steenbeek bij de ingang van hotel restaurant van de Valk - 2016 Foto Henk Weltje

1938 voorslop oude looplinks steenbeek lb

Sprengenbeek van de papierfabriek "Het Voorslop", Hoenderloseweg 84, Ugchelen anno 1938. Foto Hardonk

1938 voorslop oude looplinks steenbeek rb

Bovenbeek van het Voorslop. Aan de linkerzijde van deze beek een veel oudere bedding, die echter ook reeds is uitgediept. Is dit misschien een overblijfsel van de bedding voor de stichting van het Voorslop en hebben we hier mogelijk te maken met een restant van de in 1613 aan Maten Orges in erfpacht gegeven beek? Foto Hardonk

1938 voorslop oude looplinks lo

Gedeelte van het oude molenhoofd van het Voorslop met de watergoot. De oude uitgesleten stenen trap leidt naar de bovenbeek. Opname 1938 net voor het molenhoofd is verwijderd. Foto Hardonk

2016 02 08 De Steenbeek met Bennie Essenstam 1

Gezicht op de papierfabriek vanaf de bovenbeek - 2016 / Foto Henk Weltje