Paragraaf index

46 Hennemansmolens, later Waterloo

Geschiedenis van de molen

De Hennemansmolens worden na een verbouwing in 1818 Waterloo genoemd. Zij lagen aan de naar deze molen genoemde voormalige Waterloscheweg (tegenwoordig Frans van Mierisstraat) tegenover de huidige Zanderijweg.

De molens zijn gebouwd op een hoogte waarheen men de Orderbeek met dijken had geleid. Vlak boven de molens bevond bijna geen dijkwerk. De papiermolens en de "waswijer” waren in de vaste grond aangelegd, terwijl ook de onderbeek in de helling van de heuvel was uitgegraven. Met deze heuvel wordt ongetwijfeld de nogal verrassende verhoging in de Ruysdaallaan, de vroegere Zesslagweg, in Orden bedoeld. De molen had dus ongetwijfeld een bovenslagsrad.

Vermoedelijk is dit de molen die op 3 december 1625 wordt genoemd. Dan krijgen Jorrien en Roeloff Jansen toestemming voor een "papiermoeltjen, dat achter Dryhuysen van de hoek van Jan Dries mate (= weiland) westwart op die beeck daer Casparns Moelen op leyt, opgetimmert en gemaeckt is”.
De molen komt dus op dezelfde beek te liggen, waarop Caspar Weydeman enige jaren eerder de stroomafwaarts gelegen papiermolen ’t Hul gelegd had.

Al voor 1625 moet de molen gereed zijn gekomen, want de rekening van Rutger Huygens over dat jaar vermeldt: "Alsoe dese Jorrien ende Roeloff Janssen gebroeders vergost (= vergund) is een nieuw pampiermoelen te setten in Ordermerck Ampte van Apeltoren voor 4 L jairlicx Erffpacht waervan het eerste jaer Martini 1625 sal verschienen”.
Een volgende rekening geeft de aantekening: "1 augustus 1624 Joerien end Roloff Jansen achter Driehuijsen geseth een pampiermoelgen met een radt”.
In de akte van consent van 3 december 1625 wordt gezegd, dat de twee broers van de geërfden der Ordermark gepacht hadden "den grondt of de plaetse daer sij achter Dryhuysen van den hoeck van Jan Dries maete Westwaert op die beecke daer Casparns Moelen opleijt . . een pappiermoeltgen mochten doen leggen. ’t Welck sij aver een jaer geleden hadden int werck gestelt”. Dit klopt volkomen met de aantekening van 1 augustus 1624.

Over de timmering van de molen is in de kerken van Apeldoorn en Beekbergen geen publicatie gedaan. De broers hadden een en ander zonder voorkennis van het Hof geregeld en zijn er blijkbaar mee weggekomen. Misschien is de reden dat er al meer zakelijke activiteiten op molengebied in Apeldoorn van hen bekend waren.

Volgens het verpondingskohier over 1648/ 49 is Roeloff Jansen de pacht van grond en water verschuldigd aan Frans van Appelthorn, de zoon van wijlen de landdrost Assueer (Asweer) van Appelthorn. Deze Asweer had namelijk al in 1639 van de rekenkamer het waterrecht verworven van "zekere beekjes zoo ver de buurschap en mark van Orden strekt, onverkort het recht der drie molens, die op dezelve reeds gelegd zijn”. Dit recht op ’t water betrof ook de Orderbeek. Vandaar dat in de rekening van de ontvanger Rutger Huygens over 1639/ 40 gesproken wordt van de waterpacht van een "molentje met een radt achter driehuysen doch alsoo dezelve sullen betaelt worden aen den Drost van Veluwe, die het wederom ten comptoir sal leveren - memorie”.

Ook in 1652 is sprake van "een papierenmeule met 3 backen” van Roelof Jansen, waarvan de grond en ’t water Frans van Appelthom toekomen.

In 1742 liggen er 2 molens naast elkaar aan de linkerkant (stroomafwaarts gezien) van de beek.

Nu is er ook pas sprake van “Hennemansmolens”. Wie met deze Henneman bedoeld wordt, is onbekend. De naam Henneman komt in die tijd hoofdzakelijk voor in het westen van het land zoals in Leiden en Amsterdam. Misschien heeft een welgestelde familie de molen ergens omstreeks het jaar 1700 als investering gekocht en verpacht. Het is echter ook goed mogelijk dat er een molenaar was die daarnaast, misschien als nevenverdienste, kippenhouder was en dat daar de naam “Henne man” op duidt.

Cornelis Lubberts en Jacob van Putten bezitten in dat jaar ieder de helft van de Hennemansmolens.

In 1757 is Hendrik Cornelis Nijdeken - ook wel Van den Berg genoemd - eigenaar van 1/4 en 1/8 part van de "Hennemansmolens in ’t Veen”.
Met dit veen wordt het Orderveen bedoeld, dat in 1684 bij de aankoop van het Loo gedeeltelijk in het bezit komt van stadhouder Willem III en waaraan de tegenwoordige Veenweg herinnert.

Op 14 november 1765 koopt Peter Middelburg 1/4 part van de vijfhamersbakspapiermolen Hennemansmolen voor 552 gl. 15 st.

In 1782 dragen Gerrit en Jacob van Lill hun "vierbakswaterpapiermolen Hennemansmolen genaemt in ’t Veen onder Apeldoorn, staende en gelegen op de Ordermarkts grond” voor 4255 car. Gulden over aan Teunis Hendriksen.

In 1784 verzoekt Teunis Hendriks aan de rekenkamer om een stuk heideveld bij zijn papiermolen in Orden, dat hij van genoemde instantie in erfpacht heeft, te "cultiveren” en voor een gedeelte "tot zaeijland te maecken, zijnde hetzelve altoos te voren heijdeveld en onland geweest, en noijt bebouwt”. Hendriks mag het land ontginnen en gedurende 20 jaar tiendvrij gebruiken, doch moet daarna de verschuldigde tiend geven en zal gehouden zijn "het voors. Land in de culture te continueren”.
Teunis Hendriks overlijdt op 27 aug. 1800 en daarna komen de beide Hennemansmolens in bezit van zijn schoonzoon Zebus Zevenhuizen.

Na 1812 zijn de Hennemansmolens een tijd onbewoond en is er geen "Fabrikeur”.

Op 5 februari 1817 is Zebus Zevenhuizen blijkbaar overleden en vindt in de herberg "Het Hert” te Apeldoorn de inzet plaats van de onroerende goederen uit zijn nalatenschap bestaande uit: no. 4. Hennemansmolen met woonhuis no. 130, drie vijfhamersbakken, ten oosten van de andere Hennemansmolen " (no. 4 slaat op de bovenste molen) no. 5. Hennemansmolen met woonhuis no. 151, vier vijfhamersbakken, gebruikt door Arend van Apeldoorn (benedenste molen), no. 12. Erfpacht van het water in Ordermark (door Zebus Zevenhuizen destijds gekocht). De molens zijn waarschijnlijk aangekocht door de drie broers Jacob, Derk en Barnardus Berends

In 1817 wordt de naam Waterloo nog niet gebruikt. Pas na een verbouwing van de papiermolens in 1818 verschijnt de naam "Waterloo”.
De naam is ongetwijfeld gekozen nadat Napoleon op 18 juni 1815 de slag bij Waterloo had verloren. De Fransen waren al twee jaar eerder in 1813 uit Nederland verjaagd en is er sindsdien weer ruimte voor investeringen in papiermolens mogelijk.
Men koopt in 1818 ook 4 metalen persen van Adriaan Rogge uit Westzaan, afkomstig van de windpapiermolen "De Walvis”. Het vervoer per schip ging tot Deventer en daarna per vrachtrijder naar de molens.
De molens moeten erg productief zijn geweest want in 1823 werken op Waterloo 18 arbeiders.

Bij de publieke verkoop op 19 februari 1827 wordt het recht van ’t water en een perceel hooiland, gekocht door de drie broers Berends. De beide molens komen nu eveneens compleet in hun bezit.
Op de kadastrale kaart uit 1832 zijn de molens en de woonhuizen mooi aangegeven. Waterloo was een “Goed, bestaande in een dubbele papiermolen, vier woonhuizen met erven en tuinen” (Bron 30).

Op 11 mei 1839 branden de molens compleet af en komen 80 mensen zonder werk te zitten.
“Apeldoorn, 12 Mei. Gisterenavond omstreeks half tien ure ontstond in deze gemeente een felle brand in de aanzienlijke en sedert de laatste jaren aanmerkelijk uitgebreide papierfabriek genoemd Waterloo, toebehoorende aan de heeren van Gerrevink en van Delden; de fabriekgebouwen, pakhuizen, bergplaatsen, molens, enz., zijn tot den grond toe afgebrand, met al de daarin zijnde gereedschappen en koopmansgoederen, onder welke laatste meer dan 4000 riemen gemaakt papier. Men begroot de schade op 35 a 40 duizend guldens; ruim 80 menschen, dagelijks in de fabriek arbeidende, zijn door deze ramp eensklaps zonder verdiensten.”

Op 9 augustus 1844 vindt een hypotheekoverschrijving plaats ten voordele van het Burgerweeshuis van de stad Deventer, genomen te Arnhem op 13 april 1831 ten laste van Jacob Berends, Derk Berends, papierfabrikanten te Apeldoorn en Bernardus Berends, landbouwer in Wijhe. De hypotheek van 6000 gulden is gevestigd op "een Papierfabriek Waterloo genaamd, gelegen in de buurschap Orden onder Apeldoorn, bestaande uit vier woonhuizen . . . . en de Waterpapiermolen zelve, zijnde een Vrijf en hamermolen, eenig hof-, bouw en weideland met houtgewas en het erfpagtsregt van het water van de Ordermoolen aan de molen Waterloo”.
Hieruit kunnen we concluderen dat er zowel met hollanders als met hamers gewerkt wordt.

In 1856 zitten op de bovenste papiermolen Waterloo H. J. van Gerrevink en G. W. Pannekoek op de onderste. leder bedrijf bezit 6 hamerbakken en 1 wrijfbak of hollander. Er wordt wit papier gemaakt.

In 1860 bestaat de papiermolen Van Gerrevink uit een "papiermolen "Waterloo” genaamd, met de daarin bevindende gereedschappen . . . woonhuis, en verdere gebouwen, erven, tuinen, bouwen weilanden, water, houtgewassen en verdere accessoiren . . . benevens alle regten op het water, waardoor deze fabriek gedreven wordt met bijbehorende stuwkolk”. Er is dus inderdaad stroomopwaarts een wijer geweest zoals al eerder vermeld is.

Op 22 juni 1866 krijgt de molen koninklijk bezoek en wel van prins Alexander de zoon van koning Willem Ill. In de Apeldoornsche Courant schrijft men het voIgende: "Gistermiddag hebben Z.K.H. Prins Alexander met H. D. gouverneur Jonkh. Hooft en de Prinses van Saxen Weimar met verder gevolg een bezoek gebragt aan de papierfabrijk van de Erven D. van Gerrevink op Waterloo alhier; zij onderhielden zich zeer minzaam met genoemde papierfabrijkanten, vroegen naar alles, wat de vervaardiging van papier aangaat, en schepten zelve eenige vellen, die hierna op’t Paleis moesten bezorgd worden”.

In 1873 moet een deel van het strodak op de molen Van Gerrevink vemieuwd worden.

De twee molens Waterloo branden op 6 juli 1877 alweer af. Hiervan geeft de Apeldoornsche Courant van 7 juli een verslag. "Vrijdagmorgen j.l. ongeveer ter 10 ure ontstond brand op den zolder in de papierfabriek van den heer G. J. W. Pannekoek in Waterloo onder deze gemeente, welke spoedig zoo snel toenam, dat niet alleen deze fabriek, maar ook die van zijn buurman, de Erven D. van Gerrevink, eene prooi der vlammen werden; van ’t voorhande zijnde papier, gereed om te verzenden, is bijna niets gered, en wat gered werd erg beschadigd. Gelukkig dat de wind gunstig was, zodat de woonhuizen der beide papierfabrikanten door doeltreffende maatregelen van de brandweer, behouden zijn gebleven. Ten 2 ure konden twee spuiten inrukken en ten 3 ure was men alles meester; een spuit bleef ’s nachts op het terrein voor mogelijke uitbarsting van het smeulende vuur. Beide fabrieken waren, hoewel laag, tegen brandschade verzekerd; Pannekoek voor f 15.000, de Erven Van Gerrevink voor f 9500”.

De molens werden wel weer herbouwd maar al na negen jaar op 28 mei 1886 kraait er opnieuw voor de derde keer de rode haan. Weer vinden we daarover een stuk in de Apeldoornsche Courant: "Heden vrijdagmorgen tegen 12 uur ontstond brand in de papierfabriek van G. J. Pannekoek te Waterloo, welke zich mededeelde aan die van de erven van Gerrevink. Alle voorraad is verbrand, niets gered. Beide fabrieken waren verzekerd”.
De uitkering der assurantiegelden verliep zonder moeite, want uit erkentelijkheid voor de vlotte betaling richtten H. H. Pannekoek, R. Pannekoek, H. J. van Gerrevink, G. J. van Gerrevink en H. van Gerrevink een dankbetuiging aan de Brandverzekering.

Dit was het einde voor de molens en Pannekoek en Gerrevink bouwen de molens van Waterloo niet meer op met de verzekeringsgelden. De ruïnes blijven liggen en overwoekeren met struikgewas en wilde planten.

In 1910 wordt de voormalige papiermolen met 3 percelen etc. erbij door notaris Walter voor de erven Gerrevink te koop gezet. Hij geeft aan dat incl. het waterrecht de mogelijkheid voor wasserij aanwezig is maar alleen voor 1 perceel (nr. 1).

Verkoop Waterloo advertentie Apeldoorsche Courant - 1910_09_08 

Op 1 september 1916 wordt het geheel alweer in de verkoop gezet voor de erven van G.J.W Pannekoek.

Notaris Walter zal op Dinsdagen 12 September e.k. bjj inzet en 26 September d a v. bjj toeslag, telkens 's namiddags 2 uur, in het Notarishuis, publiek verkoopen : Voor erven v/d heer G. J. W. PANNEKOEK : het HUIS genaamd WATERLOO, door hem bewoond geweest, met groote schuren alsmede de afgebrande fabriek met schoorsteen en de daarbij behoorende waterkracht en waterrechten, en de gronden in de onmiddellijke nabijheid, alles langs de Beek gelegen tot aan den Bleekersweg groot 2 57-27 H.A. in 16 perc., het bouwland daarachter over de beek a/d Ordermolen- en den Zesslagweg groot 1-08-60 H.A. in 8 perceelen.

In 1936 werd de grote lindeboom op de plek van het vroegere Waterloo geveld. De boom is 260 jaar oud geworden en had een omvang van 9 meter.

Vanaf 1946 was er op deze locatie zeker weer een wasserij. Zij heeft enige tijd De Oude Steenbeek geheten en later De Spreng.
Jan Geurts heeft in 1952 deze wasserij De Spreng van ene Herman Beekman gekocht. De wasserij lag op de Zanderijweg nr. 66. Na zijn overlijden heeft zijn vrouw nog langere tijd een fijnstrijkerij op deze locatie gehad.

---------------------------------------------------------


Vanaf de brand in 1910 is er nogal wat verwarring rond de naam Waterloo.

In Januari 1911 werd het werk aanbesteed voor het bouwen van een stoomwasscherij en strijkinrichting en een woonhuis op „Waterloo" voor rekening van den heer R. Bronkhorst.
Later is er door G. Dijkgraaf, de voormalige molenaar van de Holthuizermolens, een “Stoom Wasch en Strijkinrichting opgericht met dezelfde naam Waterloo. Deze stond echter aan de Bleekersweg 12-14. Kadastraal Sectie K. nr. 2314 Tegenwoordig heet die straat de Bosboomstraat.
Deze wasserij met dezelfde naam heeft, behalve de naam, niets met de voormalige papiermolens te maken gehad.

Enkele jaren later werd de naam Oud Waterloo (zanderijweg 58) en ook nog een verdere wasserij Nieuwe Waterloo voor concurrerende wasserijen gebruikt.In de advertenties werden weliswaar de namen Waterloo, Oud Waterloo en Nieuw Waterloo gebruikt maar werd geen adres gegeven. Dat heeft ongetwijfeld tot verwarring bij klanten en irritatie bij sommige wasbazen geleid.

Advertentie Oud Waterloo - Apeldoornsche Courant / 1916_07_17

In 1925 waren de toenmalige directeurs Gebr. Giesbers van het bedrijf Waterloo aan de Bleekersweg 12-14 het zat en zij plaatsten een advertentie waarin ze claimden de enige echte Waterloo te zijn. Dat blijkt achteraf dus niet waar geweest te zijn omdat ze op een totaal andere plek hun bedrijf uitoefenden.

1925 02 07 Er is maar 1 waterloo
Geografische positie en bereikbaarheid

Alvorens de diverse kaarten in de loop der tijd te bekijken is het goed om eerst de oude loop van de Orderbeek en de situatie van de molens te zien.

bekenatlas waterloo

Oude loop van de beek (zwart) volgens bekenatlas.nl

1748 Hennemansmolen Caert van de Limitten van de hooge Heerlijckheid Het Loo Leenen

Uitsnede van de Caert van de Limitten van de hooge Heerlijckheid Het Loo door Leenen uit 1748

1811 uitsnede hennemansmolen

Uitsnede uit de Verpondingskaart uit 1811

1832 kadastraal waterloo

Kadastrale kaart van het gebied in 1832

waterloo schets Moerman 1832

 Schets van Jacob Moerman naar de kadastrale kaart uit 1832 (naar het noorden geroteerd)

1900 waterloo toporeis

 Uit toporeis.nl een uitsnede van ca. 1900. De heuvel in de Ruysdaallaan is hier fraai aangegeven.

2016 03 04 Orden bult Ruysdaallaan vanaf de Mauvestraat gezien

De bult in de Ruysdaallaan vanaf de Mauvestraat gezien. Foto Henk Weltje / 2016_03_04 

1950 1960 oude orderbeekKaart van de situatie ca. 1950
GE waterlooDe geografische positie van de molenlocatie is 52°12'10.47"N 5°56'21.67"E De molen lag op de locatie aan het einde van een laantje en dus niet op de hoek van de Zanderijweg en de Frans van Mierisstraat waar later de Turkse supermarkt Ozbaktad zou komen.

la femme visagie

Locatie molen op de plek van "La femme visagie en Hairstyling". Bijzonder zijn de nog twee resterende sheddaken die van een molengebouw moeten stammen.

HA waterlooOp de kaart van Hardonk is de molen met nr. 20 aangegeven.

Huidige situatie

Anno 2020 is de voormalige Turkse supermarkt door de gemeente Apeldoorn aangekocht en zal het bestemmingsplan verandert worden om bewoning mogelijk te maken.
De plek achter dit gebouw waar de molen zelf heeft gestaan is een onbebouwde en niet gebruikte tuin.

Bouwgeschiedenis (evt. tijd en reden voor afbraak)

1624 Joerien end Roloff Jansen plaatsen de “pampiermoelgen met een radt”. In deze tijd zal ook de Rode Beek in Orden gegraven zijn. De molen is geplaatst gebruikmakend van de bult in de huidige Ruysdaallaan.
1652 Er is sprake van een papiermolen met 3 (hamer) bakken.
1742 Er liggen 2 molens naast elkaar aan de linkerkant (stroomafwaarts gezien) van de beek.
1742 Molens worden “Hennemansmolens” genoemd.
1765 Er is sprake van een vijfhamersbakspapiermolen.
1782 Nu sprake van een vierbakswaterpapiermolen.
Na 1812 zijn de Hennemansmolens een tijd onbewoond.
1817 Bij veiling de volgende zaken: no. 4. Hennemansmolen met woonhuis no. 130, drie vijfhamersbakken, ten oosten van de andere Hennemansmolen " (no. 4 slaat op de bovenste molen) no. 5. Hennemansmolen met woonhuis no. 151, vier vijfhamersbakken (benedenste molen).
1818 Verbouwing en voor het eerst wordt de naam "Waterloo” gebruikt.
1823 Er werken op Waterloo 18 arbeiders.
1832 Waterloo was een “Goed, bestaande in een dubbele papiermolen, vier woonhuizen met erven en tuinen”.
1839 branden de molens compleet af en komen 80 mensen zonder werk te zitten.
1844 Er wordt zowel met hollanders als met hamers gewerkt.
1856 leder bedrijf bezit 6 hamerbakken en 1 wrijfbak of hollander. Er wordt wit papier gemaakt.
1860 De fabriek wordt gedreven met bijbehorende “stuwkolk”.
1873 Een deel van het strodak vernieuwd.
1877 De twee molens Waterloo branden af. De woonhuizen bleven behouden. De molens werden herbouwd.
1886 De molens zijn weer verbrand en niet meer herbouwd.
1910 Alles word te koop gezet
1916 wordt het geheel alweer in de verkoop gezet voor de erven van G.J.W Pannekoek.
Notaris Walter zal op Dinsdagen 12 September e.k. bjj inzet en 26 September d a v. bjj toeslag, telkens 's namiddags 2 uur, in het Notarishuis, publiek verkoopen : Voor erven v/d heer G. J. W. PANNEKOEK : het HUIS genaamd WATERLOO, door hem bewoond geweest, met groote schuren alsmede de afgebrande fabriek met schoorsteen en de daarbij behoorende waterkracht en waterrechten, en de gronden in de onmiddellijke nabijheid, alles langs de Beek gelegen tot aan den Bleekersweg groot 2 57-27 H.A. in 16 perc., het bouwland daarachter over de beek a/d Ordermolen- en den Zesslagweg groot 1-08-60 H.A. in 8 perceelen.
Vanaf 1946 was er op deze locatie zeker weer een wasserij. Zij heeft enige tijd De Oude Steenbeek geheten en later De Spreng.
1952 Jan Geurts koopt de wasserij De Spreng van ene Herman Beekman gekocht.

Erfgoed ontwikkelings potentie

De waterlosche of tegenwoordig de Waterloseweg is naar de molen genoemd.

Er is verder weinig zichtbare publieke informatie over deze eens zeer bekende molenlocatie. Bij de herinrichting als woonlocatie zou er best meer aandacht aan de plek gegeven kunnen worden.

Hardonk schrijft in zijn boek Koornmullenaers Pampiermaeckers en Coperslaghers (Bron 2) een ode aan Waterloo. Deze ode is gedeeltelijk ook in de "Canon van Apeldoorn" overgenomen (bron 31)

Een brokje "openluchtmuseum" ging verloren.

Waterloo! Hoe roept deze naam herinneringen op aan een der schilderachtigste plekjes uit onze omgeving. Wanneer we omstreeks 1905 bij Waterloo de doorgang in de schutting langs de Waterloseweg waren doorgegaan, zagen we voor ons een der mooiste hoekjes van Oud Apeldoorn. Een paadje van veldkeien voerde naar een oude ! pomp, die omringd was met een weelde van "ouderwetse” bloemen. Daar prijkten muurbloemen, duizendschonen, primula’s en goudsbloemen in een bonte mengeling van kleuren. Links lag het woonhuis met het rieten dak en de grote deel, waamaast zich de ruime woonkamer met open haard bevond. Een glanzende koperen ketel blonk boven het knetterend haardvuur. Wat kon het echt gezellig zijn rondom het vlammenspel in de haard onder ’t genot van een kom koffie met heerlijke Apeldoornse koek. Aan de andere zijde van het bloementuintje stond een nog veel ouder huisje, een juweeltje van een woning uit de tijd der eerste Veluwse papiermakers. De koperen klopper aan de deur flonkert in het zonlicht. We openen de denr en treden een gangetje binnen, dat toegang verleent tot de verschillende vertrekken. Getemperd zonlicht valt door de ruitjes van glas in lood. Een machtige lindeboom tussen beide huizen overschaduwt heel het mooie oude gedoe.
Op Waterloo raken we maar niet uitgekeken. Links aan de Orderbeek liggen de bouwvallen van de in 1886 afgebrande papiermolens. Halfverscholen zijn ze onder braamstruiken, brandnetels en een menigte andere wilde planten vol fleurige bloemen. Op de afgebrokkelde warmrode en hier en daar bemoste muren hebben enkele berken wortel geschoten. Onder het molenhoofd hangt nog het grote halfvergane bovenslagsrad, waarboven het heldere beekwater zich voortspoedt alvorens als een zilveren sluier van een hoogte van meer dan drie meter in de onderbeek te storten. Even boven het molenhoofd voert een bruggetje ons over de beek naar een kleine door een beukenhaag omzoomde waswijer, waarvan het water spiegelt in het zonlicht.
Het toenmalige Waterloo vormde eigenlijk een miniatuur stukje openluchtmuseum, dat ongerept voor het nageslacht bewaard had moeten blijven. Helaas heeft men hiervoor geen oog gehad. Zo kon het gebeuren, dat omstreeks 1911 slopershanden dit fraaie plekje gingen vemielen. Zelfs het unieke 17e eeuwse papiermakershuisje met z’n aantrekkelijke bouwtrant ontsnapte niet aan de afbraak.
Welk een uitzonderlijk en waardevol historisch monument zou het hedendaagse Apeldoorn in Waterloo hebben bezeten. Een onvervangbaar brokje Oud Apeldoorn is toentertijd door onkunde en onverschilligheid verloren gegaan!

Kortom.. Dit verdiende en verdient beter.

Ook de hoogte van de Ruysdaallaan verdient bijzondere  aandacht. Het is best mogelijk dat deze plek de oudste woonkern van Orden is geweest. Het veengebied erom heen zal minder geschikt voor bewoning zijn geweest dan deze bijzondere hoogte.

Erfgoedstatus

2014 waterloo

Nog steeds is er een bordje “Waterloo” op de gevel van een woongebouw op die plek aanwezig, zoals ook nog op deze foto uit 2014 te zien is - Foto Henk Weltje. de molen lag achter dit pand.

vissertjes

"Vissertjes met net". Beeldengroepje volgens mondelinge overlevering afkomstig uit de tuinen van het Loo. Deze stond oorspronkelijk bij de papiermolen van Gerrevink op Waterloo in Orden en kwam later terecht in de tuin bij het woonhuis Asselsestraat 30. Later kwam zij in het bezit van het museum in Marialust te Apeldoorn. Zij zal nu waarschjnlijk in het bezit van het CODA museum in Apeldoorn zijn.
Opname R. Hardonk in de tuin bij het huis Asselsestraat 30. Ca. 1959.

De oorspronkelijk locatie van de molen bevat mogelijk nog archeologische restanten van de molen.

De bult in de Ruysdaallaan is mogelijk ooit gebruikt door de eerste bewoners van Orden. Zij leende zich goed als verhoging in het verdere veengebied dat hier aanwezig was.

Foto’s van oude en huidige situatie

 teloo hennemansmeule

In het boek Oud Apeldoorn in woord en beeld van  H.C.J. te Loo uit 1932 komt de bovenstaande tekening en de volgende beschrijving:

Aan den Waterlooscheweg staat nog een huis, dat den naam van „Waterloo" draagt en den naam aan dien weg gegeven heeft.
Maar er stond, tot voor weinige jaren, nog een veel ouder huis naast, uit het begin der zeventiende eeuw, hetwelk door ouderdom en schilderachtigheid veler aandacht trok.
Dit huis heette „Hennemans Meule" en was één der oudste papiermakershuizen uit deze streken. Het was het woonhuis van vele papiermakersgeslachten. In dergelijke woningen
Vestigden zich in Gelderland, en vooral op de hooge Veluwe met zijn vele sprengen, deze lui.
Het waren toen nog gaan „fabrikanten", doch eenvoudige papiermakers, van die stoere werkers, die zelf, met hun kinderen, de handen uit de mouwen wisten te steken, en, met behulp
van meer of minder personeel, „het volk", de geheele papiermakerij op zoo'n hoog peil
brachten. dat het Geldersche, en in het bijzonder het Apeldoornsche papier ver buiten de landsgrenzen bekend en beroemd was.
In zulk een huis woonde „Marten Orges", de „oldste” papiermaker van Gelderland.
Deze nijverheid bloeide tot in het laatst der vorige eeuw, toen de stoom en de machine het oude handwerk verdrongen, en de zoo mooie ‚,Hennemans Meule" werd afgebroken.
Het rieten dak, de ruitjes van glas in lood en de eigenaardige bouwstijl, vormden te zamen een schoone schilderij in ons heerlijke Geldersche landschap.

De merkwaardige dakconstructie is waarschijnlijk voor een berg- of hangschuur bedoeld geweest.

1891 waterloo

Waterloo 1891 foto naar potloodtekening van Willem Lieman - Bron CODA

Het gezicht op Waterloo is hier vanaf de toenmalige Waterloseweg.
Links het eigenlijke woonhuis van de op 28 mei 1886 afgebrande papierfabriek van de Erven Van Gerrevink.
Midden de schutting met de doorgang naar het huis en de beek
Rechts voormalige woning die later als stal en schuur werd gebruikt.
Daarachter ligt het oude papiermakershuis uit de 17e eeuw.

1911 molenhoofd wasserij  1911 waterrad wasserij
Vervallen molenhoofd en waterrad van de wasserij, die na 1911 in de plaats is gekomen van de toen gesloopte ruines van de in 1886 verbrande papiermolens Waterloo, eerder Hennemansmolens, gelegen aan de orderbeek. De hoogte van het molenhoofd laat heel duidelijk het grote verschil zien tussen het niveau van boven- en onderbeek.De molenstichters hebben hier door het benutten van alle terreinmogelijkheden een zeer groot verval kunnen verkrijgen, waardoor de capaciteit van de papiermolens in hoge mate kon worden vergroot.
Opnames R. Hardonk, 1936

 De Spreng

Fijnstrijkerij De Spreng Zanderijweg 66 Foto: Dick Witteveen - bron apeldoorn-orden.nl 2020 06 20 Waterloo nu

 Plek van een voormalig woonhuis van de molens Waterloo. Foto Henk Weltje / 20-06-2020

P1010195

 Aan het einde van dit zijstraatje van de Ruysdaallaan moet de molen hebben gestaan. Foto Henk Weltje / 20-06-2020