Paragraaf index

32 Een mosterd- en snuifmolentje te Loenen

Geschiedenis van de molen

In een proces uit 1663 is te lezen dat op de (oude) Zilvense beek oorspronkelijk alleen een korenmolen heeft gelegen. Deze molen was misschien de tweebaks korenmolen, die op een kaart van H. van Gelder uit 1660 als “Silvolse korn Mullen met twee gebynd” is aangegeven maar zeker weten we dit niet.

Kaart van H. van Gelder uit 1660

 

Jacob Moerman vermoedde, dat deze tweebaks papiermolen, zoals zou moeten blijken uit een verpondingsregister in 1649 eigendom van Olivier Hackfort, dezelfde zou kunnen zijn als een latere mosterd en snuifmolen. Het is echter zeer wel mogelijk dat deze molen niet dezelfde geweest is en op een andere verdwenen beekloop heeft gelegen.

Loenensche Beek. Schets van J.D. Moerman uit 1934 naar een kaart door H. van Gelder. R.A. Arnhem. Alg. Kaartverz. No. 239

I Silvolse korn mulle
II mulle (bij Lunse beek)
III mule (De nieuwe gegraven Silvolse beek)
IV mule (aan de De nieuwe gegraven Silvolse beek bij de Stro beek)

We weten dat beneden deze molen zich een ander beekje bevond, die Morrebeek,  Moerbeecke en ook wel Bruijtbeecke werd genoemd. Er word aangenomen dat deze laatste benaming is ontstaan, doordat "een bruijt (= bruid) weleer daerinne verdroncken is”. Later is de naam verbasterd tot Bruisbeek.

Volgens een inwoner van Loenen heeft daar in de 19e eeuw een mosterd- en snuifmolentje gelegen. De mosterdbereider heette volgens hem in de volksmond "de mosterdkoning”.

Over het mosterd- en snuifbedrijf heeft Reinier Hardonk in zijn boek Koornmullenaers Pampiermaeckers en Coperslaghers uit 1968 uitgebreid geschreven. Het volgende is een korte samenvatting van de snuiftabak fabricage.

Bij de snuiftabak fabricage gaat men uit van de grove baal tabak. Tot zover deze beschrijving. Het eigenlijke snuifmalen in de molen is slechts een klein onderdeel van de bewerking, waarvan het maken van zogenaamde “carotten” het belangrijkste deel uitmaakte. Daarom kan de molen voor zowel mosterd als snuif tabak fabricage geschikt zijn geweest.

Geografische positie en bereikbaarheid

De geografische positie van de molen is waarschijnlijk 52° 6'50.07"N en 6° 1'7.54"E.

uitsnede loenensebeek nr6   namen

 

Beken atlas Veluwe loenen

Op de kaarten van zowel de provinciale kaart als die van de Beken Atlas Veluwe is de molen geïdentificeerd met nummer 6

Huidige situatie

De Bruisbeek ontsprong aan de Droefakkers, een weggetje dat er nog steeds is. De beek is inmiddels dichtgegooid en kwam waarschijnlijk uit in de Kop van Roesink, welke in 2018 weer verbeterd is.

Op deze plaats is nu een woonwijk en een centrum met tandarts, fysio, verzorging, bejaarde woningen enz. onderbracht.

Bouwgeschiedenis (evt. tijd en reden voor afbraak)

Er is zo goed als niets bekend over de bouw en afbraakgeschiedenis van de molen. Ook zijn er geen akten gevonden.

Erfgoed ontwikkelings potentie

De situatie ter plekke heeft verschillende herinneringen aan de oude beek in de vorm van straatnamen etc. Het verdient aanbeveling om dieper te zoeken naar de geschiedenis van de molen om er eventueel een informatiebord aan te wijden.

Erfgoedstatus

Misschien zijn er nog archeologische vondsten in dit gebied te vinden.

Foto’s van oude en huidige situatie

bruisbeek

Overblijfsel van de Bruisbeek te Loenen (afgedamde sprengen).
Datering 9/9/1961 - Hardonk

luchtfoto bruisbeek

Luchtfoto Loenen. Beekbergerweg - Engelenweg - Leeuwenbergweg - Hoofdweg - Reuweg - Eerbeekseweg - Loenerdrift - Bruisbeek - Droefakkers - Groenendaalseweg - Loenerscheperweg. Begraafplaats - Nederlands Hervormde Kerk.
Datering 1979, Vervaardiger Hans Snelleman

 

6 mosterd snuif 1

Het molentje is er al lang niet meer en lag aan de Bruisbeek.
Ook de Bruisbeek is er niet meer te zien maar er is wel een "parkje"gebleven met waarschijnlijk de oude bedding.
Foto Henk Weltje - 2020