Paragraaf index

29 Een runmolen bij de Hamermolen te Ugchelen

Reinier Hardonk schreef in zijn boek "Koornmullenaers Pampiermaeckers en Coperslaghers" (Bron 2) in 1968 dat er bij de Hamermolen nog een aantal andere molens aanwezig geweest zijn. Er was onder andere een runmolen bij de papiermolen aanwezig van 1843 tot circa 1853.

"
Een runmolen bij de Hamermolen te Ugchelen.
Een dergelijke molen in Ugchelen wordt genoemd in een staat van korenmolens uit 1843.
We lezen daarin, dat M. Brouwer (Maas Brouwer) in dat jaar een waterkorenmolen heeft en tevens een runmolen.
Deze bedrijven lagen naast de Hamermolen, die in de 19e eeuw een tijdlang slechts gedeeltelijk als papiermolen dienst heeft gedaan.
Tien jaar later wordt Maas Brouwer nog als korenmolenaar genoemd (lijst grutmolens 1853), doch van een runmolen is dan geen sprake meer.
"

Een runmolen wordt ook wel eekmolen genoemd. Molens die bedoeld waren voor de leerlooierij waarbij eekschors (eikeschors) gebruikt werd voor het zuur t.b.v. de bewerking. De verkregen schors van de eekschillers werd hier tot run gemalen en geleverd aan de leerlooierijen, waar ze als looistof dienst deed. Alleen in de leermolens gebruikte men run; de huiden werden eerst in water geweekt, schoongemaakt en vervolgens met run vermengd in diepe putten gestopt om te looien.Dit leerlooien veroorzaakte een hoogst onaangename geur.
Op de zeemmolens waar men zeemleer bereidde, werd geen run gebruikt. De kalfs of schaapsvellen maakte men hier met behulp van olie of traan soepel. Deze molens werden stroomafwaarts van Apeldoorn geplaatst vanwege hun stankoverlast.

De runmolen is waarschijnlijk in dezelfde ruimte geweest als de korenmolen, die in dezelfde tijd in het Hamermolencomplex aanwezig is geweest.
Men kon voor de bereiding van run gebruik maken van dezelfde maalstenen en dus ook hetzelfde rad als voor het malen van koren en grutten.

Zie voor de verdere beschrijving paragraaf 5 Een waterkorenmolen te Ugchelen