Paragraaf index

23 De leermolen te Loenen

Geschiedenis van de molen

Reinier Hardonk heeft interessante informatie over deze molen geschreven in zijn boek Koornmullenaers Pampiermaeckers en Coperslaghers uit 1968.

"Over een leer- of zeemmolen te Loenen lezen we in 1642. Olivier Hackfort heeft dan met ingang van 1 april zijn helft "van den leer Mulen tot Lonen gelegen” voor zes jaar verpacht aan Mr. Crijn Peters tegen een pachtprijs van 90 gulden per jaar. Er blijken meer deelgenoten te zijn, want in 1644 spreekt Hackfort van Crijn Peters en zijn "consorten”. Op de pacht wordt in dat jaar drie rijksdaalders gekort wegens zes gekochte "bereide callifs fellen”. In 1645 rekent Hackfort de pacht van de leermolen af met Hendrick van Calcar en Huybert Huyberts. Er wordt steeds gesproken van Hackforts helft in de molen. Het valt niet op te maken wie het andere gedeelte van de leermolen bezat. De genoemde Hendrick van Calcar was reeds in 1630 werkzaam op Terhorst. Men kort "vier gulden min vif stuiver” wegens een van Hendrick van Calcar gekocht "leere waemis” (= leren wambuis) voor Derrick Maes. Eveneens gaat er 91/2 gulden af voor een "leere broick” (= leren broek), die bestemd is voor "Peter den Irdman”. Deze Peter zal wel klein van postuur zijn geweest, vandaar de benaming "Irdman” (= aardman). Uit de afrekening op 21 april 1646 vernemen we, dat Mr. Huijbert volgens opdracht van de verpachter twee bereide kalfsvellen heeft geleverd voor "jonge Jan” zoon van Hackforts zuster, de vrouwe van Schoonderbeek bij Putten. Als pachters van de leermolen worden in 1646 genoemd Crijn Peters, Hendrick van Calcar en Huijbert Huijberts; de pacht bedraagt nog steeds 90 gulden, die op 21 april 1646 verrekend wordt. Kort daarna moet de leerbereiding zijn gestaakt, want in het verpondingsregister over 1648/ 49 staat, dat Oliphier Hackfort tot ter Horst dan eigenaar is van een leermolen, die onverpacht "leijt” en niet meer verpacht kan worden. Over het waarom zwijgt de geschiedenis.

Omstreeks 1661 koopt Aryen Goesens de leermolen "staende bi syne pampiere muelen” voor 100 gulden en een okshoofd wijn van Hackfort.

Iets eerder hadden de geërfden van Loenermark aan Hackfort overgedaan "het land of de plaets van de Onderste papiermolen met hof en droogplaets van de Leerenmeule”. Verder horen we niet meer over het voormalige leerbedrijf in Loenen.“

Hier eindigt het verhaal van Hardonk.

Over de locatie en verdere gegevens over de geschiedenis van deze molenplaats zie paragraaf  71 Jan Goesens molen (de Bovenste Molen)