Paragraaf index

’T KLAPHEKKE

Vroeger, en nog in het laatst der vorige eeuw, hadden hier in Apeldoorn de meeste huizen een naam, terwijl de weinige wegen het toen maar zonder naam moesten stellen.
Huisnummers kende men toen nog in het geheel niet. De plaatsaanduiding was meest: „die en die, wonende in of nabij de Zalm", „de "Neterkeet" of „de Prins". Ook hadden de meeste menschen, behalve hun eigen, ook een bijnaam, waaronder zij het beste bekend waren.
't Klaphekke was een huis van den deftigen burgerstand en was het stamhuis voor een familie van wethouders, kerkvoogden en notabelen der gemeente. Maar ook hier zaten in de groote keuken, op oud-Hollandsche manier, baas en knecht om het haardvuur geschaard en ging alles nog op aartsvaderlijke manier toe.
In de groote schuur en achter werd sedert overoude tijden het timmermansbedrijf uitgeoefend.
Ook werd veel voor het Paleis het Loo gemaakt. Dagelijks werden boomen. ook uit de Soerensche bosschen, op de ouderwetsche manier tot planken gezaagd met een zoogenaamde kraanzaag, waarbij een man de kanthakker, bovenop en één onder een stellage stond.
Het was een zware en tijdroovende arbeid, waardoor in die dagen weinig werkloosheid heerschte, toen geen machine- of cirkelzagen, geen stoom of electriciteit, maar gestadige arbeid, alleen onderbroken door de weersgesteldheid, een weliswaar sober, doch vast loon opleverde en vrij brandhout.
De plaats. waar dit huis stond, was Nieuwstraat hoek Badhuisweg, toen Kerkpad.
Het werd einde 1800 afgebroken en door een moderner huis, zonder naam, vervangen.

’T KLAPHEKKE